Het zijn quade raedsluy die haer selfs niet raden.
ะกArdinael Iulianus in zijn Boeck-kamer daer veel oude Boecken waren, neerstich lesende en soeckende, quam hem een ander besoeckende, aldus toespreken, Wat soeckt gy hier onder de dooden? Voeght u by ons levende, soo lang wy leven. Julianus antwoorde: Dese leven noch door haer weldaden: Maer gy levende, door u niet doen, zijt noch levende noch doot.