De Goddeloose en haer wercken zijn eens.
DEn Rijcken Cardinael en Bisschop van Winchester leggende op zijn doot-bedde, (schrijftmen) sprack dese woorden: Waer om soude ick sterven, hebbende so veele Rijck-dommen? Indien het gantse Coningrijck mijn leven behouden wilde, ick heb of loosheyts genoech het selve te krijghen, oft goets genoech het selve koopen: Foey, dat mijn leven niet ghehuyrt mach zijn, kan gelt dan niets te wege brengen? Dit was een Heer die andere ten Hemel wijsen en leyden soude, maer hy schijnt meer op 'tgoet als op Godt gesteunt te hebben.