Veel gevraegt, meer geantwoort.
THales een Heydens wijs Mensch, gevraegt, wat het outste was, seyde Godt, die nimmer begin gehad heeft: En wat het Schoonste was, antwoorde de Weerelt, om dattet Godts werck was: Wat het grootste? Seyde de plaets, die alles begreep: Wat het snelste? De gedachten, die terstont van Peru tot Iapon vloghen: Wat het Sterckste? 't Nootlot, dat alles dwong: Wat het wijste? De tijt, die alles leerde.