Haerlemsche eerlycke uren, bestaende in korte sin-spreucken, kloecke antwoorden, en vreemde bejegheninghen
(1661-1663)–Anoniem Haerlemsche eerlycke uren, bestaende in korte sin-spreucken, kloecke antwoorden, en vreemde bejegheninghen– Auteursrechtvrij
[pagina 67]
| |
soude kiesen, stemden hy sijn selfs, seggende, dat hy niet geern meyneedich wilde sijn, ick weet mijn Ooghwit aller-best, en kan niemant als mijn selfs daer toe Keuren, en dewijl ick voor niemand beter borgh worden kan als voor mijn selfs, soo heb ick ghedacht, dattet dese orden sal nut zijn, dat ick Groot-meester worde. Alsoo is hy ghekooren, volghens zijn voor nemen: 't Welck indien het altoos so lucken woude, wel veel na-volghers soude maecken, die nu tot hun leet-weesen in 'tslijck blijven steecken. |
|