Haerlemsche eerlycke uren, bestaende in korte sin-spreucken, kloecke antwoorden, en vreemde bejegheninghen
(1661-1663)–Anoniem Haerlemsche eerlycke uren, bestaende in korte sin-spreucken, kloecke antwoorden, en vreemde bejegheninghen– Auteursrechtvrij
[pagina 22]
| |
alderwelvarenste Republicken van zijnen tijdt: Aen dese stelden hy voor, welcke, hoedanige en wiens gewoonten en wetten sy allerbest keurden om wel te gebieden: Daer onder veel over ende weder-reden Ptolomeus van hun versocht, dat yder Gesant soude voortbrengen drie de best en treffelijckste Wetten die yder in zijn Lant hadde noodich om den Staet wel te regeeren en te behouden: Waer op die van Roomen allereerst seyde: Wy houden de Tempelen in grooter eer en waerde: Zijn onderdaenigh onse Gebieders: En straffen scherpelijck de fielterijen en misdadige; Die van Carthago seyde: In onse Republick is den Adel sich altoos oeffenende in't strijden, en 'tgemene Volck in hantwerck en arbeyt, en de Philosophen in't onderwijsen; Die van Athenen seyde: Ten is in onse Stadt niet geoorlooft dat de Rijcke gierich zijn, de Armen ledich, en de Gebieders onwetende; Die van Lacedemonien seide: in Sparta en heerscht geen afgonst, om dat yder daer even veel is: Noch giericheyt, om dat al de goederen ghemeen zijn: Noch luyheydt, dewijl zy alle wercken; Die van Siçilien seyde: Binnen onse Republicke wert de Gerechticheyt strict onderhouden, den Koophandel in oprechtigheyt gedreven, en alle d'Inghesetenen zijn daer in ghelijcke waerde; Die van Rhodis seyde: In mijn Vaderlant sijn de Mannen eerlick, de Jongelingen zedich, en de Vrouwen eensaem en stilswijgende; Die van onse Stadt (seyde den | |
[pagina 23]
| |
Sicionir) en vergunnen aen niemant eenige reys te doen, op dat hy weder keerende, geen nieuws soude mede brengen: Noch en begeeren geene Medicijns, op datse de gesonde niet en doen sterven: Noch Advocaten, om de luyden door pleydoyen en twisten te bederven. Hier op voegden eener: Wilde Godt dat 't over al so waer in alles, wy keerden gantschelijck weder in den Gulden Eeuwe, die heden so wijt verloopen is. |
|