Waren al de Vragers wijs, de Vragers kreghen beter prijs.
DEn Hertogh van Beijeren, komende van Nurenbergh om na Huys te rijden: Siet onderweghen een Boer staen vissen uyt een Vijver: Boer, Boer, zeyt hy, wat vangt ghy daer voor Vis? Allerley slagh mijn Heer antwoorden anderen: Vangt gy daer oock Stockvis erhaelde den Hertogh? Neen mijn Heer zeyde den Boer: Maer die komen van Nurenbergh.