De Nieuwe Haagsche Nachtegaal
(1659)–Anoniem Haagsche Nachtegaal, De Nieuwe– Auteursrechtvrij
[pagina 133]
| |
Stemme: Pronkje van de Maagden.
Ty.
OOrzaak van mijn vreugde,
Is mijn brand te blussen,
Spiegel aller deugden,
Weygert gy te kussen?
Mach ik ondertussen,
Mijn straffe Galathe,
Met pronkjes // van lonkjes,
Niet kijken // jou prijken?
Wat doeje dan mee?
Waar toe zo af-keerig?
Kan 't u niet vermaaken?
Daar ik zo begeerig,
Uw gebloosde kaaken,
Gaarne eens zou raaken,
| |
[pagina 134]
| |
Mijn straffe Galathe,
Wat lijkt het // j' ontwijkt 'et,
Met muylen // en pruylen,
Wat doeye doch mee?
Kijkt eens uyt u oogen,
Die gy met u sluyer,
Dicht hebt overtogen,
Nu ik met u kuyer;
En hoe langer hoe luyer,
Mijn straffe Galathe,
Wat bedrijfje // wel kijfje?
Om lusjes // van kusjes?
Wat doeje dan mee?
Ga.
Tyter zit doch stille,
Wat beduyt dit quellen?
Deze malle grille,
| |
[pagina 135]
| |
Die jou 't hooft ontstellen;
Waar toe al dit lellen?
Gaat weg, laat my met vree.
Tyt.
Nou Troosje // een poosje,
Weest groentjes / geeft zoentjes,
Zo zelje weer mee.
Hemelsche Banketjes.
Zuyker zoete vleysje;
Hey! noch even netjes,
Zoete lieve Meysje;
Troosje noch een reysje,
Zo laat ik jou met vree;
Wat zo ziet // die noo vlied;
Voor lusjes // van kusjes,
Die zel dan weer mee.
|
|