De Nieuwe Haagsche Nachtegaal

[ALderbequaamste schoone maagt,]

Stem: windeken.

1.
ALderbequaamste schoone maagt,
Eerbaar, wijs, en jong gedaagt,

[p. 131]

 

Costlijk, waardig,

 

Heusch en aardig,

 

Geestig, vrolijk, zacht en zoet,

 

Treffelijk, maar niet hoog van moet.

 

2.

 

Niet stuyrs noch wreedt van hert en sin,

 

Croonens waart als Koningin,

 

Ook by kleene

 

Recht gemeene

 

Nimmer anders dan de lien

 

En mag men frayer Nimphe sien.

 

3.

 

Lichter als Phoebus stralen ligt

 

Is u zuyver gezigt,

 

Schoone rozen

 

Doet gij bloozen

[p. 132]

 

Onder dat sneewitte vleys,

 

Costelijk, cierlijk noch een reys.

 

4.

 

Heusch en beleeft van spraak en mondt,

 

Teer van handen 't aangesicht rondt,

 

Rank besneden

 

En uw leden

 

Daar de kleeren zo om staan,

 

Al of 't een Schilder had gedaan.

 

5.

 

Soo 't u Princesse maar geviel

 

Dat mijn opgetrokken ziel

 

U te degen

 

Moet bewegen,

 

En gy my u dienaar kendt,

 

Zo blijft mijn blijdschap zonder endt.