De Nieuwe Haagsche Nachtegaal
(1659)–Anoniem Haagsche Nachtegaal, De Nieuwe– Auteursrechtvrij
[pagina 90]
| |
Toon: Ey wat hoort men vieze grillen.1. Hoe dan! zoud gy my verlaten,
Die gy eertijds hebt bemint?
Hoe! zoud gy my konnen haten,
Die tot u zo ben gezint?
Neen, ik kan het niet geloven,
Ik en kan het niet verstaan,
Dat gy zoud mijne eere rooven
En dan elders minnen gaan.
2. Hebt gy my niet menig werven,
Even met een rijp beleydt,
| |
[pagina 91]
| |
By uw leeven by uw sterven,
Vaste liefde toegezeyt?
Hebt gy my niet trouw gezworen
Hoger als ik zeggen kan?
Heb ik u niet uytverkoren
Even tot mijn Echte man?
3. Hebt gy my niet schrift gegeven,
Dat ik als uw waarde Vrouw,
Dat ik al mijn gantsche leven
Aan uw zijde slapen zouw;
Godt en wil het niet gehengen
Dat gy zoud meynedig zijn,
Dat gy mij zoud willen brengen
Van de blijdschap in de pijn.
4. Maar voor al moet u bewegen
Deeze vrucht uw eygen kindt,
| |
[pagina 92]
| |
Dat heb ik van u gekreegen,
Doen gy tot my waard gezindt:
Doen gy my eens plag te stellen
By de schoonste van het landt:
Doen gy my eens plag te quellen
Om dit eygen minnepant.
5. Ziet doch eens zijn geestig wezen;
Ziet eens hoe het op u kijkt,
Zie, gy zijt 'er in te leezen,
Ziet eens, hoe het u gelijkt.
Wel dan, mag ik iet verwerven,
Eert, die gy eens hebt bemint,
Anders moet ik hoere sterven;
En uw vrucht een hoerekindt.
|
|