De Gulden Passer. Jaargang 58-59(1980-1981)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende 165. Die hemseluen schuldich kent. Die mette geelsucht so seer is besmet en gequelt Dat al sijn vel geel geworden is van sijn galle Dien dunct dat al dat voor hem is gestelt Gheel is van coleure, ten sy dat by geualle Yemant hem trect van sulcke opinie malle. Also en vertoonen ooc in elck aenschouwen Maer een coleur de geschilderde glasen alle. En so die van gronde erch is en vol ontrouwen Sal altoes quacy suspitie van een ander houwen Mits dat hy hemseluen des quaets schuldich kint, En een leytsman van die met dan quaet en brouwen, So trect den wolf sijnen steert in die t'schaep verslint. Vorige Volgende