De Gulden Passer. Jaargang 58-59(1980-1981)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende 150. Niet en isser te verachten. Tot Ioannem Listhium Secretaris der K.M. wie sou seggen dat een schip mits wint voorspoedich En veel roeyers seylende in t'zee, sou worden subijt Stil gehouden van een cleyn vischken moedich? In d'aldercleynste is cracht en lanc is alle respijt, Ten sy dat ghijt siet, t'sal v letten, des seker zijt. Geen dinc en mach hy cleyn achten, die sorg moet dragen Voor groote dingen, wilt hy wel sijn beurijt: Siet wat een vischken doen can, sonder vertragen, Dat maer eenen haluen voet lanc is, na elcs gewagen? Vorige Volgende