De Gulden Passer. Jaargang 58-59(1980-1981)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende 127. Een Tyran. Den Tyran diet al alleen is regerende, Moetmen gehoorsaem zijn in als wat sijn sotheyt lust: Oft anders sal hy v zijn persequerende Totter doot toe, niet eer zijnde gerust. Gelijck eens briesschenden leeus clauwen onghesust, Sijn v handen, o wreede Monarche, bloedich. En ghelijc geen dinc eens waluischs honger en blust, So blijft eens Conincs herte altijt euen woedich, Alle dingen verdruckende seer hoochmoedich Verandert hy blijschap dic in deerlic weenen, Al dat hem lust dunckt hem georloft sijn spoedich, Volgende sijnen wille tot s'redens vercleenen. Susdanige sijnder in de helle na mijn meenen. Vorige Volgende