De Gulden Passer. Jaargang 58-59
(1980-1981)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 41]
| |
Maer desen horen is om sijn deucht weert hoochgeacht:
Want in dien mer ergens in heeft gemengt fenijn,
Dat can hy terstont doen verdwijnen door sijn cracht.
Hy verciert eens Conincs schat, en can zijn weerde fijn
Betalen, dies alle costen aen hem wel besteet zijn.
|
|