De Gulden Passer. Jaargang 58-59(1980-1981)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende 86. Den val voldoet altemet de nature. Moet ghy niet seggen al die oyt saecht wonders yet, Oft noch meynt te siene tot eeniger uren, Dat veel dincs door gheualle gheschiet Daer door der naturen loop met vremde curen Volbrocht wort: als doen een vry sonder truren Een soch was iagende van wreeden aenschijne, En die doorstekende bracht in s'doots besuren, Waer door haer biggen ten dien termijne Wt quamen, diese nau en sou hebben met pijne Leuende connen baren, brachtse voort Doot zijnde by gheualle: so is Bacchus diuijne Gheboren dat den blixem sijn moeder had' vermoort, En gelijc hy twee moeders heeft, dat noyt en is gehoort, So hebben oock dese viggen mede, Een diese droech, en een die den buyc heeft deurboort En de soch liet en gaf so t'licht ter seluer stede. Vorige Volgende