De Gulden Passer. Jaargang 58-59(1980-1981)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende 85. Dwarachtich conterfeytsel der Musen, na d'antijcke Medalien Q. Pomponij, ende de beteeckenisse ende cracht van haren namen, wt Virgilio genomen. Cho singt al dat geschiet is, elck na sijnen tijt, Melpomene vercondicht ons droeue dingen, Thalia neemt in lichte Comedien haer iolijt, Euterpe can met blasen de fluyte bedwingen, Terpsichore beweecht den mensch door sherpen clingen, Erato danst op haer vele met herte met sinnen, Calliope can ons heerlijcke feyten voortbringen, Urania doorsoect den hemel wat daer is inne, Polyphimnia wijset al tot elcx ghewinne. En dees Musen worden al beroert door de cracht Van Phebus, die int midden sit seer wijs bedacht. Vorige Volgende