De Gulden Passer. Jaargang 58-59(1980-1981)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende 50. Besieget d'inwendich. Schoon is v gedaente, v oogen als sterren blincken, En ouer al gelijct ghy Venus in schoonheyt ient: Maer vol archs sydy van binnen, om elck te crincken Hebdy al u leden altijt vyandich ghewent. U handen tot dootslaen, en v tonghe bekent Sietmen tot valsche eeden altijt spoeden, T'gesicht en t'voorhooft hebdy als een hoere gescenht, En voor v voeten en canmen hem ooc niet hoeden. Hoe qualijck heeft Mercurius sijn goeden Met Venus gauen gevoecht in deser persoone, So datmer van binnen niet schoons in en can vroeden. Dus betrout niet te veel elleen opt coleur schoone, Want het met weert en is sonder de deucht ydoone. Vorige Volgende