De Gulden Passer. Jaargang 58-59(1980-1981)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende 34. Altijt euen traech. Altijt euen traech men den Buffel siet, Te vergeefs wort hy van achter ghesteken Want ouermits sijn dicke huyt en acht hy sulcx niet. Dergelicken dien men siet t'verstant ontbreken En neersticheyt, met des arbeyts treken, Wat mogen hem helpen vele slagen groot? T'gheender tijt en canmen temmen als heeft gebleken, Een Vlieghe, noch de Swaluwe voor haer doot. Vorige Volgende