De Gulden Passer. Jaargang 58-59(1980-1981)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende 32. In tijts salmen remedie soecken. Dat ghy denct dat schaden mocht, keeret sonder wtstel, Want te lange gebeyt, heeft dicwils geschaeyt saen. Als t'serpent t'hooft door de splete heeft gecregen wel, Wie sal connen beletten voorts door te gaen? Ia wildijt onderwinden van achter te slaen, So suldijt helpen, meynende te keeren dat, Want daer door den voorsten leden hulp wort gedaen. Corts pijnt v t'quaet te beteren, eert mocht vermeeren wat Men can den brant niet dan als hi begint verheeren bat. Vorige Volgende