De Gulden Passer. Jaargang 58-59(1980-1981)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende 25. Haestige Rijcdommen maken vergetelachtige lieden. Als ons de Rijcdommen maken hooueerdich Door dat de fortuyn van selfs die schijnt te vermeeren So vergeten wy God te dienen weerdich, Noch wy en helpen onsen naesten wt geen verseeren. Tempels en outaren zijn bloot van haerder eeren Ia gheensins en wil de sulcke dencken onvroet Op den toecomenden tijt, diet haest al mocht keeren Waer door mense ooc dicwils inden gracht der tegenspoet En in veel ellende siet vallen onsoet In dien ghy dan door haer nu hooch sijt geseten Leertse bedwingen met de wijsheyt en reden goet Als die ongestadich is in al haer vermeten, Eer ghy van haer als van een stiefmoeder wert verbeten Vorige Volgende