De Gulden Passer. Jaargang 58-59(1980-1981)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende 26. Soberlick salmen drincken. Veel monsteren voet (somen seyt) d'Egyptsche lant, Doe isser veel quaets schuylende in des Nijls stroomen, Waer om men daer wt niet vry aen elcken cant Drincken en mach: Dwelck ooc den hont doet schroomen Diet heeft versocht, waer door hi hem wacht met verstant Sijnen dorst lesschende met het water playsant, Dat hy met fenijns in en neme schadelick, Dus ist hem genoech twater gesmaect te hebben, want Met vele en derf hy hem niet zijn versadelick, En so onderhoudt hy zijn leuen beradelick. Veel lecklicker doense, die (waer dat geschiet) Haer altijts vullen met dranck gestadelick, Waer door mense als beesten worden siet Hebbende eens menschen forme, maer de reden niet Vorige Volgende