De Gulden Passer. Jaargang 53
(1975)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 293]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De invloed van de gravures uit Hartmann schedels' wereldkroniek op de miniatuurkunst. Bijdrage tot de studie van de verluchte handschriften uit de librije van Rafaël Mercatel
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 294]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
doorgaans minder aan bod. Nochtans openbaren de zestiendeeeuwse biblioteekkatalogus van Viglius van Zuichem en de nog bewaarde codices de rijkdom van Mercatels' persoonlijke librijeGa naar voetnoot2. Hij verwierf ongeveer 232 handschriften, waarschijnlijk aangevuld met ruim een honderdtal inkunabelen. Het is tevens opvallend dat vele manuscripten luksueuse afschriften zijn van gedrukte werken. De verluchting van enkele dezer handschriften vormde het onderwerp van onze licentiaatsverhandeling, die onlangs tot stand kwamGa naar voetnoot3. Hieruit worden hier enkele nieuwe bevindingen meegedeeldGa naar voetnoot4. Ze hebben vooral betrekking op de relatie tussen miniatuur- en graveerkunst en we dragen deze korte nota dan ook graag als blijk van hulde aan Prof. L. Lebeer op. Een vergelijkend onderzoek der nog bewaarde Mercatelcodices wees uit dat een groot aantal boeken stellig in opdracht van de abt werden geïllumineerd. Doorgaans gebeurde dit steeds in hetzelfde atelier. De voorkeur van Mercatel ging blijkbaar niet uit naar een eersterangswerkplaats, daarvoor zijn de miniaturen vaak te onbeholpen, maar de kleurenrijkdom - meestal werd er poedergoud gebruikt voor de arcering van kledij en voorwerpen en de naïeve voorstellingen verlenen deze illustraties een vertederende charme. De pogingen om dit verluchtersatelier geografisch te situeren, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 295]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bezorgde de vorsers tot nog toe heel wat hoofdbreken: zowel Gent als Brugge kwamen ter sprake. Na een stilistische en ikonografische studie menen wij met recht te mogen stellen dat het hier om werk van Gentse verluehters gaat. Meer bepaald kan dit produktieve atelier naar alle waarschijnlijkheid in verband worden gebracht met het Gentse JeronimietenkloosterGa naar voetnoot5. Deze Broeders van het Gemene Leven kwamen zich circa 1429 in de nabijheid van de huidige Sint-Baafskatedraal vestigen. Naast hun werkzaamheid in het onderwijs, hielden ze zich bezig met het kopiëren en inbinden van boeken en het ziet er naar uit dat enkele leden van hun gemeenschap de miniatuurkunst hebben beoefend. Wij vermeldden reeds dat het hier werk van tweederangsmeesters betreft. Ook bij het kreëren van de voorstellingen waren ze niet bijzonder inventief: meermaals werden prenten uit blokdrukken klakkeloos nageschilderd. In dit verband willen we hier even ingaan op een opmerkelijk voorbeeld, het Liber Chronicarum van Hartmann Schedel, waarvan de illustraties voor deze verluchter(s) een dankbare inspiratiebron bleken te zijn. De Wereldkroniek van deze Neurenbergse geneesheer en humanist werd gedrukt door Anton Koberger, in die tijd de belangrijkste uitgever te Neurenberg. De Latijnse versie kwam in juli 1493 tot stand, in december van hetzelfde jaar gevolgd door de Duitse vertaling. In het kolofon worden als opdrachtgevers Sebald Schreyer en Sebastian Kamermaister genoemd, terwijl Michael Wolgemut en Wilhelm Pleydenwurff voor de illustraties zorgden. Beide meesters tekenden niet alleen de ontwerpen, maar hadden tevens de leiding over de uitvoering van de houtsnedenGa naar voetnoot6. De 18-jarige Albrecht Dürer, die zijn leertijd doormaakte in het atelier van Wolgemut, werkte ongetwijfeld aan de illustratie van de Wereldkroniek meeGa naar voetnoot7. Met zijn 1809 illustraties naar 645 afzonderlijke blokken was het Liber Chronicarum de rijkst geïllustreerde wiegedruk uit die | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 296]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tijd en kende een ruime verspreiding. Zoals uit de verder opgesomde voorbeelden blijkt, hadden de Gentse miniaturisten die in opdracht van Mercatel werkten, ongetwijfeld een eksemplaar van deze kroniek voor ogen, waaruit ze gretig afbeeldingen naschilderden. De vraag in welke biblioteek zij het bedoelde boek konden raadplegen, moet voorlopig onopgelost blijven. De librije van Sint-Baafs bezat, voor zover althans op dit ogenblik bekend, geen eksemplaar van deze inkunabelGa naar voetnoot8 en over het boekenbezit van de Broeders Jeronimieten is tot op heden niets met zekerheid bekend. In de volgende handschriften uit de Mercatelverzameling werden een aantal houtsneden uit Schedels' Wereldkroniek overgenomen:
Vooral met het vermelde hs. 11, waarin men de handen van verschillende illustrators kan onderkennen, zijn op basis van de stijlverwantschap nog twee andere verluchte boeken in verband te brengen. Het betreft hier een graduaal en een antifonarium, bewaard in het museum van het Sint-Janshospitaal te Brugge. Deze handschriften werden gekalligrafeerd door de Gentse Jeronimiet Pancratius, respektievelijk in 1504 en 1506. Mogelijk was hij verantwoordelijk voor de kleine tafereeltjes in het oog van de initialen, alhoewel hierover geen zekerheid bestaat. Door sommige auteurs wordt dit nochtans zonder meer aanvaard. In ieder geval is er de stilistische samenhang en ook komt een serie voorstellingen met deze uit de Mercatelboeken nauwkeurig over- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 297]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een. Al dadelijk blijkt dat de miniaturist van de Pancratiushandschriften eveneens Schedels' kroniek heeft gekonsulteerd bij het ontwerpen van de illustraties. Tussen al de opgesomde verluchte codices bestaat er dus een nauwe samenhang, niet alleen wat de stijlkenmerken betreft, maar ook in verband met de opvallende werkwijze, waarbij telkens de Wereldkroniek van Schedel als inspiratiebron wordt gebruikt. We behandelen eerst de handschriften 11, 17 en het Antifonarium van Pancratius, hs. 15 en 324 brengen we verder ter sprake. Uit het Liber Chronicarum van H. Schedel werden de volgende houtsneden nageschilderd:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 298]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Mercatelhandschriften 11 en 17 zijn, zowel wat de inhoud als de verluchting betreft, omzeggens eksakte kopieën van mekaar. Zij bevatten ondermeer de evangeliekonkordanties van Gerson, de Quaestiones over de evangelies van Johannes de Torquemada, een gedicht van Juvencus Historiae Evangelicae Libri IV, uittreksels uit het Carmen Paschale van Coelius Sedulius. De hier vermelde miniaturen illustreren: het leven van Joachim, Anna, Zacharias, Elisabeth en de H. Maagd; kommentaar op het Symbolum der Apostelen, Kristus' voorgeslacht; het relaas van de martelingen der Apostelen, het leven van de evangelisten, alsook van Maria Magdalena en de vier Kerkvaders. De hoger opgesomde taferelen uit hs. 11 zijn zeer nauwgezet naar de houtsneden gekopieerd. Deze uit hs. 17, alhoewel soms vrijer overgenomen, verwijzen eveneens rechtstreeks naar Schedels' kroniek, evenals deze uit het antifonarium te Brugge. Voor nog twee andere verluchte boeken uit het librije van abt Mercatel werd op Schedels' kronieken beroep gedaan. Het Liber de naturis rerum creatarum uit de kapittelbiblioteek van de Sint-Baafskatedraal te Gent, is een rijkverluchte kopie naar de gelijknamige encyclopedie van Thomas van Cantimpré, dertiendeeeuws hagiograaf, moralist en vooral natuurhistoricus. Meer bepaald betreft het hier een gedeeltelijk afschrift - 7 boeken - naar een latere bewerking van Thomas' tekst. Het Gentse eksemplaar kwam tussen 1493 en 1508 tot stand, vermoedelijk in opdracht van de abtGa naar voetnoot9. De tekst wordt met 495 kleine miniaturen opgeluisterd, waarvan er vier met zekerheid naar Schedels' inkunabel werden nageschilderd, namelijk: het wezen met de omgekeerde voeten, fol. ivo (Schedel, fol. 12ro), de schaduwvoeter, fol. 2ro (Schedel, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 299]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 1. Kruisiging van Andreas, houtsnede uit het Liber Chronicarum van H. Schedel (Leuven, Universiteitsbiblioteek, inc. 174, for. 106vo)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 300]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 2. Kruisiging van Andreas, miniatuur uit het Monotesseron venerabilis doctoris Johannis de Gerson (Gent, Universiteitsbiblioteek, hs. 11, 2e vol., fol. 198vo)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 301]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 3. Kruisiging van Andreas, miniatuur uit het Sedulius in evangeliis cum Monotesseron Johannis Iarsson (Gent, Universiteitsbiblioteek, hs. 17, fol. 280ro)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 302]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 4. Kruisiging van Andreas, miniatuur uit een antifonarium, geschreven (en verlucht?) door broeder Pancratius van Gent, in 1506 (Brugge, Museum St. Janshospitaal, fol. 215ro)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 303]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 5. a. De schaduwvoeter. Houtsnede uit het Liber Chronicarum van H. Schedel (Leuven, Universiteitsbiblioteek, inc. 174, fol. 12ro)
b. De schaduwvoeter. Miniatuur uit het Liber de naturis rerum creatarum (Gent, Biblioteek van het kapittel van de Sint-Baafskatedraal, hs. 15, fol. 2ro)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 304]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fol. 12ro) (pl. 5), de pygmee die tegen kraanvogels vecht, fol. 2ro (Schedel, fol. 12ro) en de man met zes armen, fol. 2ro (Schedel, fol. 12vo). De laatste codex, die we hier willen vermelden, berust in de biblioteek van de graaf van Leicester te Holkham Hall (zie hoger). Dit werk is ons slechts bekend door de publikatie van L. DorezGa naar voetnoot10, waarin ook twee reprodukties zijn opgenomen. Het handschrift vangt aan met een volbladminiatuur, die de simbolische voorstelling van de Chaos afbeeldt (fol. 1ro). De engelenkoren, bovenaan de bladzijde, die zich binnen twee concentrische cirkels scharen rond het woord Ulè (de Materie), werden zonder twijfel overgenomen uit het Liber Chronicarum, waar men op fol. 2ro een identieke voorstelling aantreft. De onmiddellijke relatie die er bestaat tussen de gravures uit de Wereldkroniek en de miniaturen uit de Mercatelboeken, onderstreept nogmaals de direkte invloed van de boekdrukkunst op de verluchte handschriften. Tevens wordt de hechte verwantschap tussen de verschillende geïllustreerde codices uit de verzameling van de abt door deze vondst geaffirmeerd. De afhankelijkheid van Schedels' kroniek biedt de belangrijkste aanwijzing voor de datering van de handschriften zelf. Wij weten nu immers met zekerheid dat ze moeten vervaardigd zijn tussen 1493 en 1508, datum van het overlijden van Mercatel. Het onderzoek der nog bewaarde handschriften uit de kollektie van Rafaël Mercatel verdient nog steeds een grondige aanpak. De talrijke werken, die in verschillende buitenlandse biblioteken worden bewaard, werden omzeggens niet bestudeerd. Nieuwe gegevens hieromtrent zouden meer klaarheid scheppen in de produktie van de Gentse boekverluchters op het einde van de vijftiende eeuw, en ongetwijfeld zouden hierbij nog andere voorbeelden van de invloed van de prentkunst op de boekverluchting aan het licht treden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 305]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
L'influence des gravures du ‘liber chronicarum’ de Hartmann Schedel sur la miniature. contribution à l'étude des livres enluminés de la bibliothèque de Raphaël MercatelRaphaël Mercatel, l'abbé de Saint-Bavon à Gand (1478-1507), a constitué pendant le dernier quart du quinzième siècle une riche collection de livres enluminés. Ainsi il continuait la tradition des mécènes bourguignons et annonçait d'autre part une période nouvelle par son intérêt pour les classiques et la littérature humaniste. Aux quelque 232 manuscrits de sa collection doivent probablement encore être ajoutés une centaine d'incunables. La plupart des manuscrits sont abondamment enrichis de miniatures. Dans le passé l'attention n'a pas été suffisamment attirée sur ce sujet, peut-être parce qu'il ne s'agissait pas d'oeuvres de premier ordre. L'origine de ces illustrations parfois maladroites, mais riches d'autre part, doit être cherchée à Gand. De nombreux éléments nous mènent vers le cloître des Jhéronomites, où l'on pratiquait probablement l'enluminure des livres. Cet atelier secondaire n'était pas très inventif sur le plan de la création des représentations. Souvent on copiait les gravures sur bois. La source d'inspiration la plus employée semblait être le Liber Chronicarum de Hartmann Schedel. Cette chronique mondiale fut éditée en 1493 à Nürenberg par Anton Koberger. Michaël Wolgemut et Wilhelm Pleydenwurff livrèrent les 1809 illustrations, qui font de cette chronique l'incunable le plus abondamment illustré de son temps. Certaines gravures sur bois de la Chronique de Schedel furent empruntées pour les manuscrits suivants, provenant de la collection de Mercatel:
- Monotesseron venerabilis doctoris Johannis de Gerson (Gand, bibliothèque de l'Université, ms. 11, 2 volumen). - Sedulius in evangeliis cum Monotesseron Johannis Iarsson (Gand, Bibliothèque de l'Université, ms. 17). - Liber de naturis rerum creatarum (Gand, Bibliothèque du Chapitre de la cathédrale de Saint-Bavon, ms. 15). - Ovidius, metamorphosis / Ausonius, Epigrammata / Ovidius, pulex, philomena, de medicamine facieri, nux / Carmina varia (Holkham Hall, Bibliothèque du comte de Leicester, ms. 324).
À ceux-ci peuvent être ajoutés: un graduel et un antiphonaire, conservés à l'hôpital Saint-Jean de Bruges. Ces deux codices furent calligraphiés par un Jhéronimite de Gand, un nommé Pancratius, qui était peut-être également responsable des enluminures. En ce qui concerne leur style, ils sont très semblables aux miniatures des livres de Mercatel. Ici également on a consulté le Liber Chronicarum pour l'invention des illustrations. La dépendance de l'oeuvre de Schedel ne souligne pas seulement | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 306]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
l'influence directe de l'imprimerie sur les manuscrits enluminés. Elle démontre également l'étroite parenté entre les différents codices de la collection de Mercatel et leur relation avec le cloître des Jhéronomites de Gand et en particulier avec les manuscrits de Pancratius. Finalement elle nous donne l'indication la plus importante pour la date des manuscrits: entre 1493 et 1508, date du décès de l'abbé Mercatel. |
|