Liederen en gedichten uit het Gruuthuse-handschrift. Deel 1: liederen
(1966)–Anoniem Gruuthuse-handschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 332]
| |
49Gheldeloze, volghet mi,Ga naar voetnoot1
Wi willen zinghen een vroylic liet!
So wie dat riker es dan wi,
Die nes van onsen lieden niet.
5[regelnummer]
Maer wie altoos na vruechden spiet,Ga naar voetnoot5
Die es van onser compaengie.Ga naar voetnoot6
Wanneer hi drouvelike up mi ziet,
So wetic wel hoe hem ghescie.
| |
[pagina 333]
| |
Ghebrec van gelde ende scamelheit,
10[regelnummer]
Dat doet ons toghen drouve gelaet,Ga naar voetnoot10
Want als een wellecome zeit,
De .ij. de .iij. die segghen: ‘gaet’!Ga naar voetnoot12
So wie gelt heift, elc na hem staet.Ga naar voetnoot13
Al cant ons lieden niet gheburen,
15[regelnummer]
Dus dinct mi sijn de beste raet:
Vroilic leven sonder truren!
Sorgheloos ende zonder nijt,Ga naar voetnoot17
Dats tbeste dat men zinghen mach.
Cuenwi duerbringhen dus den tijt,
20[regelnummer]
Beter dinc ic nie ne zach.
Laetse trueren nacht ende dach
Die tgelt besluten in haer scrine!
Noch eist beter ghelts verdrachGa naar voetnoot23
Dan altoos zonder vruecht te zine.
25[regelnummer]
Heer God, al sijn wi aveloos,Ga naar voetnoot25
Verleent ons vruecht in onsen zin,
Ende hoet ons vor de vrec altoos,Ga naar voetnoot27
Die niet ne geert dan gelt ghewin!Ga naar voetnoot28
Ende hoet mi dat ic niet ne bin
30[regelnummer]
Int huus ghelet van enigher boete,Ga naar voetnoot30
| |
[pagina 334]
| |
Daer men roupt ter Buerch waert in:Ga naar voetnoot31
‘Soet, soete Gheraerts! soet, soete Soete!’Ga naar voetnoot32
|
|