Liederen en gedichten uit het Gruuthuse-handschrift. Deel 1: liederen
(1966)–Anoniem Gruuthuse-handschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 288]
| |
27Het soude een scamel mersenier
Coopmansceipe leren.Ga naar voetnoot1-2
Hi hiet Annin Tutebier,Ga naar voetnoot3
Hi conste hem wel gheneren,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Daer hi sinen canis drouch,Ga naar voetnoot5
Een joncfrauwe riepen ende soe louch:Ga naar voetnoot6
‘Comt hier na, goet meerseman!’Ga naar voetnoot7
| |
[pagina 289]
| |
‘Naelden! spellen! trompen! bellen!Ga naar voetnoot8
Ic wil mijn merse hier neder stellen,
10[regelnummer]
Laet zien of ic vercopen can.’
Als hi de scone vrauwe anesach,
Hi sprac: ‘ic wil mijn merse ontslaen,Ga naar voetnoot12
Ic hebbe ghetsantert al den dach,Ga naar voetnoot13
In hebbe ene mite niet ontfaen.’Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Sinen canis hi ontslouch:
‘Joncfrauwe, nu souct al u ghevouch,Ga naar voetnoot16
Want ic u wel der baten jan.’Ga naar voetnoot17
Naelden! spellen! etc.Ga naar voetnoot18
‘Merseman’ seidse, ‘lieve gheselle,
20[regelnummer]
Ic hebbe een cleine cokerkijn.
In vinde hier in no naelde no spelle
Die wel voughen soude daer in.
Hier sijn grote ende daer toe cleine,Ga naar voetnoot23
Maer ic ne vinde niet dat ic meine.’Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
‘Joncfrauwe, wat spellen wildi dan?’
Naelden! spellen! etc.
‘Joncfrauwe, ic hebbe een spellekijn,
Dan es niet aldus cleine.’
| |
[pagina 290]
| |
‘Cnape, wel moeti comen sijn,
30[regelnummer]
Ghi weit wel wat ic meine.
Wildi de spelle vercopen niet,
So leensce mi, of ghijt ghebiet!Ga naar voetnoot32
Ic salt u lonen, bi sinte Jan!’
Naelden! bellen! etc.Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Hi nam de joncfrauwe bi der hant,
Si gingen onder hem beiden.
De spelle dat zoe te pointe vant,Ga naar voetnoot37
Soene wilder niet of sceiden.
‘Cnape, hout mi dit spelleldjn!Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Het sal u wel vergouden zijn,
Want beter spelle ic nie ghewan!’
Naelden! spellen! etce.
|
|