Liederen en gedichten uit het Gruuthuse-handschrift. Deel 1: liederen
(1966)–Anoniem Gruuthuse-handschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 286]
| |
26Ne gheen solaes vor vrauwen minne!Ga naar voetnoot1
Si sijn van herten reine!Ga naar voetnoot3
Het lach een wijf van frisschen zinne
Bi haren boele alleine
5[regelnummer]
In anders arem vast ghemeine.
Si helsden vaste omtrent den crop:Ga naar voetnoot6
‘Ay mi, lieve Jacop! ai mi, lieve Jacop!’
Der minnen spel si beide plaghenGa naar voetnoot8
Met groter melodien.Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Ende als si meest in vruechden laghen,
Viel soe in frenezien.Ga naar voetnoot11
Ic wane, soe liet haer elder vrien,
| |
[pagina 287]
| |
Van vruechden riep soe den walop:Ga naar voetnoot13
‘Ai mi, lieve Jacop’ etc.
15[regelnummer]
Haer boel was gram om dese worde,
Hi sprac: ‘sidi bezeten?
Wien waest dat ic hu nomen hoorde?
Hebdi minen name vergeten?
Wel an, ic wil de wareit weten,
20[regelnummer]
Mi dincke, ghi hout met mi u scop:Ga naar voetnoot20
Ay mi, lieve Jacob!’
Si peinsde, als soe haer wel bedochte:
‘Wat duvle hebbic gheseit?’
Vele onsculden dat soe zochte,Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Si seide, het was haer leit.
Hi zwoer bi zijnre zekerheit:Ga naar voetnoot26
‘Ghi sult ontfanghen menighen clop,
Ay mi, lieve Jacob!’
Dus was dat vraukin daer bedroghen
30[regelnummer]
Bi haren zotten wane.Ga naar voetnoot30
Elc peinse om dat soe heift vor oghen,
Als men rolt in haer bane.Ga naar voetnoot32
Men betert ghene wijfs met slane,
Nochtan so makensi menighen Job:Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Ay mi, lieve Jacob etc.
|
|