Groot Nederland. Jaargang 24(1926)– [tijdschrift] Groot Nederland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 399] [p. 399] Ommegang aan Felix Timmermans Langs zonne-wegen, de ommegang. Uit verten tegen, heel traag gezang...... Alover koren, manshoog gegroeid, bannieren gloren en 't kruisbeeld bloeit. Mijnheer de koster bromtlijk de biên; gepaternoster van brave liên. Vier schouders schragen den grooten Sint, die onweers-vlagen afweert en wind. Nu af de mutsen en dicht de mond; twee bellen klutsen terzelfder stond. De wierook kronkelt in zonneschijn; 't gesteente vonkelt op 't baldakijn. Voor 't Allerheiligst in pastoors' hand, vindt elk zich veiligst een knie in 't zand. aug. van boeckxsel Vorige Volgende