Groot Nederland. Jaargang 24
(1926)– [tijdschrift] Groot Nederland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdGroot Nederland. Jaargang 24. Van Holkema & Warendorf, Amsterdam 1926
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar DBNL
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Groot Nederland. Jaargang 24 uit 1926.
redactionele ingrepen
De eindnoten zijn in deze digitale editie direct bij de bijbehorende nootverwijzingen geplaatst. De volgende pagina’s zijn hierdoor komen te vervallen: 245.
Aan het begin van elk deel is een kop tussen vierkante haken toegevoegd.
Eerste deel.
p. 245: zuehtte → zuchtte: ‘Hèn de meinschen doarover geklapt?’ zuchtte zij.’
p. 269: glimlaeh → glimlach: ‘Haar glimlach werd jong.’
p. 295, 296: de foutieve paginanummers 296 en 295 zijn in de goede volgorde geplaatst.
p. 457: minstns → minstens: ‘Bij de eene moesten ze minstens een maand met een stel doen, bij een ander was van zooiets zelfs geen sprake.‘
p. 606: n → en: ‘die onmiddellijk had aangevangen met het doen van haar wasch en de mouwen hoog opgestroopt de gangen onveilig maakte.‘
Tweede deel.
p. 108: G → C: ‘C. en M. Scharten-Antink’.
p. 208: de kop ‘Van Looy’ is tussen vierkante haken toegevoegd.
p. 214: J. Schregadus → J. Schregardus.
p. 298: voetnoot ‘1)’ heeft in de lopende tekst geen nootverwijzing. In deze digitale editie is de noot alsnog geplaatst.
p. 300: voetnoot ‘1)’ heeft in het origineel abusievelijk voetnootnummer ‘2)’ gekregen aan de voet van de pagina. In deze digitale editie is dat verbeterd.
p. 337: accolades verspreid over meerdere regels kunnen in deze digitale versie niet weergegeven worden. Daarom wordt de accolade hier, met bijbehorende tekst, op iedere regel herhaald.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (II, IV, VI, II, IV, VI) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
GROOT NEDERLAND
1926
I.
[pagina III]
Groot Nederland
LETTERKUNDIG MAANDSCHRIFT VOOR DEN NEDERLANDSCHE STAM
VIER EN TWINTIGSTE JAARGANG
ONDER REDACTIE VAN
CYRIEL BUYSSE, FRANS COENEN
EN
ELISABETH COUPERUS
EERSTE DEEL
AMSTERDAM
VAN HOLKEMA & WARENDORF
1926
[pagina V]
INHOUD
bladz. | ||
---|---|---|
Smeding, Alie | Duivelsnaaigaren | 1, 142, 247, 346 |
Vies H.G. van der | Fiat Justitia | 17 |
Zanten, Rein van | Brieven van Eugenius Berg | 39, 164, 297, 384, 468 |
Campert, Jan R.Th. | Verzen | 62 |
Wagenvoort, Maurits | Karavaanreis in Zuid-Perzië | 65 |
Bruggen, Carry van | Schetsjes uit Tyrol | 78 |
Enklaar, Dr. D.Th. | Zuster Berthen en de Noord-Nederlandsche Renaissance | 87 |
Fischer, Dr. F.H. | Allard Pierson | 94 |
Defresne, A. | De Uitvreter | 113, 271, 399 |
Eyck, P.N. van | Dichter en Gedichten | 181 |
Coenen, Frans | Henrik Ibsen | 205, 423, 534 |
Buysse Cyriel | Uleken | 225, 369, 493. 613 |
Pit, A. | Het veranderende schoone | 311 |
Swarth, Helene | Liedjes | 337 |
Walch, Jan | Het nonnetje en de spinnen | 415 |
Bruggen, Carry van | Een mooi boek over Indië | 434 |
Eck, Waldie van | Over ‘Kleine Inez’ | 440 |
Seger, Agatha | Angst | 449 |
Barbe, Henriette | Het onvermijdelijke | 450, 590 |
Tingen, Frits | Verzen | 490 |
Jong Jr. David de | Zon | 516 |
Dood, C. de | ‘Schaumschlägerei und Kitsch’ | 517 |
Rost, Nico | Thomas Mann en zijn ‘Tooverberg’ | 524 |
Wiessing, H.P.L. | Naar aanleiding van de prijsvraag voor een St. Canisius-standbeeld te Nijmegen | 547 |
Schaaf, N. van der | Rika Doormans | 569 |
Beversluis, Martien | Welkende zonnebloem | 636 |
Haas, E. en L. de | vertaling van Maxim Gorki's Grootvader Argiep en Lenka | 638 |
DRAMATISCHE KRONIEK door J.W.F. Werumeus Buning | 328, 552 | |
BUITENLANDSCHE LITERATUUR door Jan van Nijlen, Nic. Rost, en J.W.F. Werumeus Buning | 100, 558, 664 | |
LITERATUUR door H.P.L. Wiessing, A. Defresne, van Uitvanck Alb. Kolkman, J Walch, A. François en F.C. | 106, 218, 334, 446, 562, 668 |
[pagina I]
GROOT NEDERLAND
1926
II.
[pagina III]
Groot Nederland
LETTERKUNDIG MAANDSCHRIFT VOOR DEN NEDERLANDSCHEN STAM
VIER EN TWINTIGSTE JAARGANG
ONDER REDACTIE VAN
CYRIEL BUYSSE, FRANS COENEN
EN
ELISABETH COUPERIUS
TWEEDE DEEL
AMSTERDAM
VAN HOLKEMA & WARENDORF
1926
[pagina V]
INHOUD
bladz. | ||
---|---|---|
Schaaf, N. van der | Rika Doormans | 1, 139 |
Buysse, Cyriel | Uleken | 19, 154 |
H., v. H. | Verzen | 39 |
Barbe, Henriette | Het onvermijdelijke | 42 |
Walch, jan | Touwhaartje | 62 |
Saks, J. | Het geval Huet | 70, 181, 507, 625 |
Jensen, J.N.J. | Een ‘sentimenteele’ reis door ons land | 90 |
Streuvels, Stijn | Het leven en de dood in den ast | 246 |
Riemsdijk, J. Barnadiston van | Schetsen uit Britsch-Idië | 174 |
Walch, Jan | Hamlet-Studiën | 201 |
Challa, H. Menage | Overzicht der Spaansche poëzie in 1925 | 211 |
Holberg, Ludwig | De Kerstkamer (Vertaling van B.A. Meuleman) | 225 |
Mollinger, Jenny | Overgave | 274 |
Zernike, Elisabeth | Het eerste licht | 276, 358 |
Warnaars, C.W. Sangster | Gedichten | 295 |
Lievegoed, H. | De wijze alleen is vrij | 297 |
Voorde, Urbain van de | Sonnetten | 318 |
Walch, Jan | Gezongen Volkshistorie | 321 |
Dood, C. de | Het bedrijf gaat door | 337, 473, 586 |
Boeckxel, Aug., van | Ommegang | 399 |
Pit, A. | Het veranderende schoone III | 400 |
Herkenrath, Adolf | Verzen | 418 |
Walch, Jan | Duitsche gedichten van een Nederlander | 435 |
Veth, Cornelis | Genus Novum | 449 |
Swarth, Helene | Sonnetten | 496 |
Eyck, P.N. van | Uit: Voorbereiding | 502 |
Rost, Nico | Michael Kaniofski | 523 |
Coenen Frans | Henrik Ibsen | 543, 641 |
Roggeveen, Juul | Macha | 561 |
Jan R.Th. Campert | Verzen | 610 |
Geerling, Henriette | De Ontdekkingstocht | 613 |
DRAMATISCHE KRONIEK door J.W.F. Werumeus Buning | 655 | |
BUITENLANDSCHE LITERATUUR door Nico Rost, J. van Nijlen | 99, 326, 659 | |
LITERATUUR door R. Houwink, Agnes François, A. Defresne, Dr. F.H. Fischer, J.W., F.C. | 104, 214, 331, 441, 553, 667 |
[pagina 560]
ErrataVerbetering. In het artikel ‘Duitsche Gedichten van een Nederlander’ zijn tot ons leedwezen eenige zeer storende drukfouten ingeslopen, en wel in het op blz. 438-440 aangehaalde gedicht ‘Sturm auf dem Meere’. Men voege in op blz. 439, 2de kolom, 3de strofe na den regel
den regel
In de laatste strofe op deze bladzijde is de volgorde der regels in de war geraakt. Men leze:
Bij de laatste strofe van het gedeelte (op blz. 440) is hetzelfde gebeurd. Men leze:
In het gedicht van mej. Jenny Mollinger in het Octobernummer is een regel weggevallen.
Het couplet luidt: