Groot Nederland. Jaargang 24(1926)– [tijdschrift] Groot Nederland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 636] [p. 636] Welkende zonnebloem. O! zomer, half voorbijgestreken, in enkle kronen saamgeprangt, die, wijkend over wijde streken in een arm hart den dood verlangt; mijn hand heeft nog de rest versneden van kracht die uit en tot U steeg, die trotsch en gloeiend opgestoken, tot in een ster van licht ontloken verzaad van bloeien overneeg. Zij stond in schaduw en 't gewiegel der wind rechtvaardig opgericht. Zij was de weerschijn in den spiegel, O! breede zomer van uw licht Van trap tot trap hief langs haar bladen, wier schaduw breed werd langs den muur, met zacht geduld en vast gelooven, haar heerlijk hart zich uit naar boven om te voleindigen in vuur. Het zijn maar enkle stille dagen, maar enkle nachten van geluk. Eens zijn wij moe van licht te dragen o zomer, en een wonderlijk verlangen strijkt langs onze harten, het leven wordt als ademloos, dan buigen w' ons herdenkend weder naar de verloren schaduw neder waaruit wij opgaan eindeloos. [pagina 637] [p. 637] Dan schijnt de afstand die ons scheidde van d' eersten strijd tot later loon, ons als de korte weg die leidde door tengre steel tot zwaren kroon. En op verhoogde wacht bezonken, na dagen groot en peinzend staan, ontsluit ons donker hart geduldig, als zaden, barstend menigvuldig den weg van den beginne aan. Zij staat van haren steel versneden rechtop te gloeien in mijn raam, haar bladen weerszij afgegleden vouwden zich zacht en krimpend saam. Gelijk een toorts die half gebluscht is, natreurt aan een verlaten troon, is 't of wanneer de scheem'ring nadert, al 't licht zich nog in haar vergadert en staat gelegerd in haar kroon. Onmerkbaar, elken morgen doover, verwelkt de krans waarin ze gloeit. En dieper zinkt haar kroon voorover in goud waarvan zij overvloeit. Wijd boven de vewoeste slippen der bladen, die van kelk en steel ter aarde reikend wederkeeren, heeft nog haar hart aan groot begeeren het laatst en onverwoestbaar deel. Blaricum, 6 October '24 MARTIEN BEVERSLUIS Vorige Volgende