Literatuur
Buitenlandsche literatuur
Philippe Soupault, En Joue.... Paris, B. Grasset, 1925.
De manier waarop de auteur den held van En Joue voorstelt doet ons veronderstellen, dat hij hem als de representatieve figuur van eene generatie heeft bedoeld. Is het de generatie waartoe de nog jonge romancier Soupault behoort? Dis is niet zoo gemakkelijk uit te maken, althans wat de karakteristieke eigenschappen betreft. Maar laten wij eerst zien waarin deze bestaan.
Julien is een jonge man die, ten minste in de eerste bladzijden van het boek, eene goede gezondheid heeft. Bovendien is hij schrijver in proza- en in versvorm. Hij schrijft met vreugde, al lijkt zijne methode van werken eenigszins vreemd. Hij gaat een koffiehuis binnen, neemt plaats aan een tafel, bestelt drank en schrijfbehoeften. Hij schrijft haastig eenige versregels neer, herleest ze en verscheurt ontevreden het blad. Hij drinkt zijn glas uit, neemt plaats aan een andere tafel en verzoekt den kellner om een anderen drank, alsmede nieuwe schrijfbehoeften. Maar de inspiratie bezoekt hem niet en hij vertrekt. Op even ongeregelde wijze werkt Julien aan een roman. Hij wordt onrustig. Om zijn geest tot bedaren te brengen gaat hij, samen met eene weinig literair aangelegde hartsvriendin, een paar weken aan zee droorbrengen. Het resultaat is zoowel op literair, als hygiënisch gebied, onbevredigend. Dit alles is in een eigenaardigen, soms vriendelijk-grappigen toon verteld, en met een overvloed van overbodige details.
Maar Julien wordt ernstig ziek. Hij meent te sterven, maar geneest. Dit brengt natuurlijk allerlei vreemde gewaarwordingen en reflexen mede. Geen van deze blijft ons gespaard. Na zijne genezing is Julien heelemaal ontredderd. Toevallig brengt hij een bezoek aan eene gehuwde dame, en tusschen beiden schijnt iets als eene liefdesbetrekking te zullen ontstaan. Die betrekking ontstaat inderdaad, maar neemt ook dadelijk weer een einde, daar Julien het wenschelijk acht den rustigen levensloop der dame niet door onbesuisde avonturen te verstooren. Hijzelf lijkt weinig enthousiast om zijn bestaan nutteloos te compliceeren.
Het is het gezond verstand, zoudt gij meenen? Neen, het is gewone tegenzin, besluiteloosheid, apathie, hetgeen zeer verwonderlijk is vanwege den vertegenwoordiger eener jonge, gezonde generatie. Wat wil hij eigenlijk? Hij wil niets, of liever, hij kan niets willen. De conclusie is dat zijn gemoedstoestand identiek is aan die van de ergste romantici. Niet door overdreven sentimentaliteit, maar omdat alle gezond gevoelsleven hem vreemd is.
Dit beeld der wankelmoedigheid, of liever, der lusteloosheid is het werkelijk het beeld der jonge generatie, die in zooveel andere figuren blijk geeft van levenslust en energie? Ik geloof het niet. Het boek van den heer Soupault is trouwens niet algemeen genoeg om het beeld eener generatie te zijn.
Het is alweer - ofschoon in een anderen vorm - een particulier geval. In