Groot Nederland. Jaargang 24(1926)– [tijdschrift] Groot Nederland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] Verzen Bezinning Hoe ben ik tot dit diep besef gekomen dat boven tijd en leven heen er niets is als èen enk'le mijner droomen, waarin gij levend mij verscheen. De dagen glijden en de uren worden grijzer, over het duister land de naakte wind, - maar ied'ren dag word ik wat wijzer en ied'ren dag vindt mij een grooter kind. Hoe weet ik U bemind om de genaad'ge uren, waarmee ge soms de eenzaamheid verbreekt, om al Uw deernis en dan 't inwendig turen der ziel, die luistert tot Uw beeld verbleekt. En over 't water van de ziel gestegen begint een zingen, dat geen woorden weet, en als een schuwe wolk haar lichte wegen zoo zwerft het boven klein geluk en leed. [pagina 63] [p. 63] Een avond Hoe kan ik ooit vergeten Uw zachte weerloosheid en van Uw hand het stil, gehavend smeeken - want alle schoonheid in dit leven mij bereid verdwijnt bij Uw broosheid vergeleken. Maar om de bittere vreugd', dat nu moet breken den sidderenden droom, die in Uw oogen zich belijdt, zal ik aan U het leed van zooveel jaren wreken, en lachen als het eerste licht ons scheidt. Lachen, omdat een ziel met dit verhuld verraad door al de schaamten van een nacht gedreven, geen troost meer vindt bij d'eeuw'ge toeverlaat: de morgen, ongerept als eenmaal was haar leven, maar in haar schoonste droom zich vindt bedrogen en elken and'ren dag aanschouwt met and're oogen. [pagina 64] [p. 64] De stemmen. Zij zingen, soms als met één stem, tezamen een lied, dat aan hun zielen werd ontroofd - de avond schuifelt langs de ramen en ergens wordt een lamp gedoofd. Dan in het sluw en sluipend duister, dat laag en langs den grond beweegt, vergaat allengs de volle luister van 't licht, dat wankelend zich begeeft. Maar 't hart blijft van den doem genezen en weet - het kent het donker niet - uit al der sterren schrift te lezen een vrij, verheven lied. En boven 't raadsel van de zwarte landen stijgt - ijl en sidderend geluid - los van der aarde strakke banden deez' goddelijke beurtzang uit. jan r.th. campert Vorige Volgende