De Gids. Jaargang 165
(2002)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 488]
| ||||
[pagina 489]
| ||||
A. De zuilen en de zedenWelkom in de zaal van de twintigste eeuw, de eeuw van de seksuele revolutie. Maar voor het zover was, was nog een lange weg te gaan. Op dit punt staat u nog maar aan het begin van de eeuw. Ook toen vonden er gebeurtenissen plaats die met een beetje goede wil te duiden zijn als een seksuele revolutie, al was de inzet daarvan geheel tegengesteld aan die van de revolutie van de jaren zestig en zeventig. Wie die eerste revolutie wil dateren, komt uit bij het jaar 1911, toen de zedelijkheidswet werd aangescherpt en uitgebreid volgens de inzichten van de toenmalige confessionele zedelijkheidspolitiek. DeIn 1911 werden de zeden aangescherpt [uit: H. Lewandowski en P.J. van Dranen, Beschavingsen zedengeschiedenis van Nederland]
| ||||
[pagina 490]
| ||||
Wat niet op ieders instemming kon rekenen. Hier wordt de bepaling bespot dat op de dansvloer niet meer paren mogen dansen dan de dansvloer aan vierkante meters telt.
inzet daarvan was repressief. De wet bracht Nederland een verbod op de prostitutie, op pornografie, geboorteregeling en abortus, op homoseksualiteit en seksuele uitingen in het openbaar. De spotprenten in deze zaal getuigen ervan dat de wet niet op ieders instemming kon rekenen, en uiteraard werd er niet altijd naar geleefd - ook daarvan vindt u de voorbeelden. Maar dat de wet geen dode letter bleef, wordt eveneens zichtbaar, in de fotoreportage over de sluiting van bordelen bijvoorbeeld, en in de door de politie in beslag genomen collecties ‘pornografisch materiaal’. Intussen liepen zedelijkheidsverenigingen te hoop tegen wat zij beschouwden als zedenbedervende invloeden: de danswoede, het nieuwe bioscoopvermaak, het nieuwmalthusianisme, of de aanstootgevende mode. Confessionele organisaties gingen in dit zedelijkheidsoffensief voorop, maar zoals u zult zien lieten ook de socialisten en de voormannen van de arbeidersbeweging zich niet onbetuigd. Het was een gevecht dat uiteindelijk moest worden opgegeven. De spanning tussen leer en leven werd op den duur te groot en dat betekende het einde van de leer. De verbodsbepalingen uit de wet | ||||
[pagina 491]
| ||||
van 1911 sneuvelden stuk voor stuk in de decennia die zouden volgen. De morele natie, grootgebracht in de negentiende eeuw, ging definitief ten onder.
De twintigste eeuw ligt voor u. U kunt hem op twee manieren doorlopen, om uiteindelijk uit te komen in het heden. De eerste weg (beginnend bij informatiepunt B) verkent de veranderingen in opvattingen en moraal. De andere route (beginnend bij informatiepunt C) beschrijft hoe in de loop van de twintigste eeuw seksualiteit en het lichaam, relaties en intimiteit in toenemende mate in de openbaarheid zijn gekomen. Beide routes verschaffen u een rechtstreekse doorgang naar het einde van de eeuw. Maar tevens bieden wij u de mogelijkheid om het rechte pad te verlaten voor een nadere exploratie van de thema's prostitutie en homoseksualiteit. | ||||
Route 1
| ||||
[pagina 492]
| ||||
neringen ophalen aan de omgang met seksualiteit in hun eigen jeugdjaren, kan moeilijk anders dan concluderen dat de moraal in Nederland grondig is veranderd. Dat betekent niet dat ‘alles mag’. Ook de nieuwe moraal kent strikte en duidelijke grenzen, al liggen die anders dan vroeger. Wat ongemoeid gelaten wordt, is het grote gebied van seks tussen volwassenen, op vrijwillige basis. Alles wat daarbuiten valt, doordat er sprake is van dwang, doordat er kinderen in het spel zijn, of door een combinatie van beide, behoort tot de verboden marges van de seksualiteit. | ||||
Route 2
| ||||
[pagina 493]
| ||||
boezemingen, de seksuele fantasieën, de diepste intimiteiten, de frustraties en verlangens van onze soortgenoten. Deze ontwikkeling is voor u samengevat in de speciaal vervaardigde video Voorheen privé, waarin de verschuivende grens tussen privé en publiek aan de hand van fragmenten van Nederlandse televisieprogramma's als All you need is love, Seks voor de Buch, Big Brother en De verleiding wordt gedocumenteerd. | ||||
Excursie 1: de prostitutie
| ||||
E. Van achter de coulissen naar achter de ramenDe prostitutie is in de loop van de twintigste eeuw niet alleen meer geaccepteerd geraakt, maar ook steeds zichtbaarder geworden. Hét voorbeeld daarvan is Amsterdam, dat tegenwoordig wereldwijd bekendstaat om zijn red-light district. Dit gedeelte van de tentoonstelling is geheel gewijd aan de Amsterdamse Wallen. We volgen aan de | ||||
[pagina 494]
| ||||
Bordeelingang aan Het Oude Kerkplein in Amsterdam [uit: P.J. de Bruine Ploos van Amstel, De Prostitutie].
hand van divers beeldmateriaal de ontwikkeling van het gebied van een warme volksbuurt tot een toeristische attractie van de eerste orde. Van harte aanbevolen in tal van buitenlandse reisgidsen. | ||||
F. De gedoogde werkelijkheidTussen het gelegaliseerd bordeel aan de ene kant en de drukbezochte Wallen aan de andere bevindt zich een omvangrijk schemergebied. De legalisering van de prostitutie heeft naast een nieuwe legale bedrijfstak ook een nieuwe illegale marge geschapen, waarvan u in deze zaal enkele voorbeelden ziet. Uitbuiting en onderdrukking zijn met de wetswijziging geenszins verdwenen, zo leert onder andere het interview met het Thaise meisje dat door een gelukkig toeval aan een toekomst in een Noord-Groningse seksboerderij wist te ontsnappen. Niet alle activiteiten die illegaal zijn worden ook vervolgd. Zij worden oogluikend toegestaan, oftewel gedoogd. Dat geldt voor de verkoop van softdrugs in coffeeshops, het geldt ook voor bepaalde vormen van prostitutie, zoals de heroïneprostitutie. | ||||
[pagina 495]
| ||||
Afwerkplek in Amsterdam [foto: Bert Verhoeff]
De gedachte daarachter is dat deze praktijken door het naleven van een strikt verbod niet zullen verdwijnen, maar ondergronds zullen worden voortgezet en zich aan toezicht en medische controle zullen onttrekken. De consequenties van het Nederlands gedoogbeleid zijn in deze zaal aanschouwelijk gemaakt. Neem plaats tussen de schotten en beleef vanaf de achterbank een rondrit langs de tippelzone en de afwerkplek. | ||||
Excursie 2: homoseksualiteit
| ||||
[pagina 496]
| ||||
Lezen kunt u in de brochures van de eerste verenigingen die zich inzetten voor de gelijkberechtiging van homoseksuelen, het Nederlands Wetenschappelijk Humanitair Komité (nwhk) uit 1912 en het Cultuur- en Ontspannings Centrum (coc) uit 1946. Of in enkele bijdragen uit religieuze kring, waarin begrip gekweekt werd voor de homoseksuele medemens, zoals het themanummer van de katholiek georiënteerde Pastorale Cahiers gewijd aan homoseksualiteit, en de uitgave De homosexuele naaste uit protestants-christelijke hoek. In een aparte vitrine treft u enkele exemplaren aan van het homoseksuele tijdschrift Dialoog met daarin onder andere het geruchtmakende artikel uit 1965 van redactielid Gerard Kornelis van het Reve, waarin hij beschrijft hoe hij zich voorstelt de liefde te bedrijven met God in de gedaante van een ezel. Kijken kunt u onder meer naar het eerste televisie-interview met een homoseksueel vrienden- en vriendinnenpaar uit 1964. Beide stellen werden op de rug gefilmd. Ook zijn er beelden van de eerste homodemonstratie uit 1969 en enkele meer recente markeringspunten, zoals de onthulling van het homomonument onder de Westertoren in Amsterdam. Via het samenwooncontract en het geregistreerd partnerschap bereikt u ten slotte de voorlopige uitkomst van dit emancipatieproces: de openstelling van het burgerlijk huwelijk voor homoseksuele paren in 2001. U ziet een reportage van de voltrekking van de eerste homohuwelijken door burgemeester Cohen van Amsterdam. Hierbij kan een vitrine met buitenlandse persreacties uiteraard niet ontbreken. | ||||
H. Uit de kastEvenals de prostitutie is ook homoseksualiteit in de loop van de twintigste eeuw steeds zichtbaarder geworden in het dagelijkse leven, en dan vooral in het dagelijkse stadsleven. De ontwikkeling wordt geïllustreerd aan de hand van de veranderingen in het uitgaansleven, waarin de kelders en achterafzaaltjes waar gevoelsgenoten stiekem binnenglipten, hebben plaatsgemaakt voor een uitgebreid en herkenbaar aanbod van homobars en -cafés. In het proces van toenemende openheid zijn bekende en populaire voorbeeldhomo's van cruciale betekenis geweest. U ziet een aantal tv-fragmenten van artiesten en mensen uit de wereld van sport, amusement en showbizz die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de zelfaanvaarding van homoseksuelen en aan hun maatschappelijke acceptatie. Robert Long, Jos Brink en Paul de Leeuw voor de mannen; Pia Beck en Martina Navratilova voor de vrouwen. Een hedendaags | ||||
[pagina 497]
| ||||
hoogtepunt in de openlijke zelfpresentatie van Nederlandse homoseksuele mannen en lesbische vrouwen is de jaarlijks terugkerende Gay Parade in de Amsterdamse grachten. | ||||
I. Oude en nieuwe confrontatiesOver het onderwerp homoseksualiteit is met het homohuwelijk en de jaarlijkse Gay Parade nog niet alles gezegd. Naast de integratie staan oude en nieuwe vormen van segregatie. U ziet hiervan een aantal voorbeelden: het homo-uitgaanscircuit; de gedoogde cruiseplaatsen, en een keur van ‘eigen’ voorzieningen op andere gebieden. Vooral in de jaren tachtig nam de ‘homoseksuele verzuiling’ indrukwekkende vormen aan - men kon homoseksueel zingen, homoseksueel wandelen en homoseksueel zijn waterleiding laten repareren. Naast de toegenomen acceptatie staat bovendien nog discriminatie, in oude en nieuwe gedaante. Van beide zijn er in deze zaal voorbeelden te zien. Oud is de praktijk van het ‘potenrammen’. U kunt hierover een korte documentaire zien, waarin zowel de daders als de slachtoffers aan het woord gelaten worden. Nieuw is de botsing tussen islam en homoseksualiteit op Nederlands grondgebied. Deze wordt geïllustreerd aan de geruchtmakende preek van imam El-Moumni uit 2001. Het verhaal hierover zou echter niet compleet zijn zonder ook iets van de tegenreactie te laten zien, niet alleen vanuit de homobeweging, maar ook vanuit de politiek. Roger van Boxtel ontvangt. | ||||
J. Het echte levenNiet iedereen benut de vrijheden van de moderne moraal ten volle, niet iedereen heeft er behoefte aan om tv-programma's als De verleiding te zien, laat staan eraan mee te doen. Niet iedereen is een fervent bezoeker van kinky party's en dark rooms. Integendeel. Uit onderzoek blijkt steevast dat Nederlanders ondanks alle veranderingen sterk zijn blijven hechten aan traditionele relatievormen. Het ideaal voor velen is nog altijd ‘een leuk gezin’, de exclusieve tweerelatie met kinderen. Op dit ideaal wordt flink gevarieerd: of de partners getrouwd zijn, is niet meer van belang. En of de relatie bestaat uit een man en een vrouw, twee mannen of twee vrouwen, is steeds minder mensen een zorg. Ook de bewuste kinderloosheid is een keuze die, in tegenstelling tot vroeger, in brede kring op begrip kan rekenen. Wat verder de idealen ook mogen zijn, feit is dat veel minder ver- | ||||
[pagina 498]
| ||||
bintenissen voor het leven worden afgesloten. Het is normaal geworden dat jongeren een tijdlang met wisselende relaties experimenteren, alvorens zich te binden. En wanneer ze daar wel door een huwelijk of samenwonen toe overgaan, is statistisch gezien de kans op een voortijdig einde niet gering. Ongeveer een op de drie huwelijken eindigt in scheiding. Gecombineerd met de aanhoudende voorkeur voor de exclusieve tweerelatie is hieruit een praktijk gegroeid die wel wordt aangeduid als ‘seriële monogamie’. Om iets van de hedendaagse zeden en gewoonten vast te leggen zijn drie foto-opdrachten verstrekt, aan de fotografen Bertien van Manen, Erwin Olaf en Rineke Dijkstra. Zij geven u een indruk van hofmakerij en versieren, huwelijk en gezinsleven in het Nederland van nu. Het geheel wordt gecompleteerd door een videowand met interviewfragmenten waarin hedendaagse jongeren vertellen over hun ervaringen, verwachtingen en idealen op het gebied van seksualiteit en relaties. | ||||
Literatuur
|
|