De Gids. Jaargang 165(2002)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 367] [p. 367] Wisława Szymborska Retourbagage De afdeling kleine graven op het kerkhof. Wij die lang leven lopen deze stil voorbij, zoals rijken de armenbuurt voorbijlopen. Hier liggen Zosia, Jacek en Dominik, vroegtijdig aan de zon, de maan ontnomen, aan de rondgang van het jaar, de wolken. In hun retourbagage hebben ze niet veel verzameld. Flarden van uitzichten, in een niet al te menigvuldig meervoud. Een handvol lucht met een vlinder die voorbijvliegt. Een lepeltje bittere kennis, met de smaak van medicijn. Kleine ongehoorzaamheden, één ervan was misschien dodelijk. Een vrolijke ren de bal achterna, over de weg. Het geluk van glijden op nog breekbaar ijs. Hij hier en zij ernaast, de hele rij: voor ze bij de deurknop konden komen, knoeien met de klok, hun eerste ruitje breken. Margareta: vier jaar, waarvan twee liggend en kijkend naar het plafond. Rafaël: een maand voor zijn vijfde verjaardag, en Zuzia vlak voor de kerstdagen met hun waas van adem in de kou. Maar wat kun je dan zeggen over één dag leven, één minuut, seconde: donker, dan een lampflits en weer donker? kosmos makros chronos paradoksos Alleen het stenen Grieks heeft hiervoor woorden. [pagina 368] [p. 368] Eerste liefde Men zegt dat de eerste liefde het belangrijkst is. Dat klinkt heel romantisch maar geldt niet voor mij. Iets was er tussen ons en was er niet, het verscheen en het verdween. Mijn handen trillen niet, als ik op oude souveniertjes stuit of het bundeltje brieven met een touwtje erom - als het nu een lintje was geweest. Onze enige ontmoeting na jaren was een gesprek van twee stoelen aan een koud tafeltje. Andere liefdes halen nog altijd diep in mij adem. Deze heeft niet eens lucht voor een zucht. Maar toch kan ze, zo als ze is, wat de latere nog niet kunnen: nooit herinnerd, zelfs niet gedroomd, maakt ze me met de dood vertrouwd. vertaling: gerard rasch Vorige Volgende