De Gids. Jaargang 165(2002)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 298] [p. 298] Hans Hoenselaars V Terug in Rotterdam fietste mijn vader door de feestelijke uitgebrande stad om oma op te zoeken in haar buitenwijk. Met een sigaretje in, op kale velgen bij gebrek aan banden, kwam hij door een uitgestorven laan. Hij kon het naar zijn zeggen niet verstaan. Misschien omdat hij hoorde met de kant waaraan hij doof geraakt was met granaten bij Berlijn/Potsdam. Of omdat Sir Winston, die twee vingers uit een limousine stak, de sigaar niet uit zijn mondhoek nam. Mijn vader groette aan zijn hoed, geen vreemde talen machtig, voelde zich een ogenblik geallieerd en fietste vrolijk rokend verder op zijn beide tamboerijnen. [pagina 299] [p. 299] Als jij Voor E.K. Als jij het vraagt draai ik je hoofd, breng ik je handen bij elkaar, 't rietje van de thee tot aan je mond; tussen jou en het plafond sla ik een uitgelezen bladzij om. Help je hoesten. Vanzelf kijk je omhoog tussen de zwaluwen en wolken door, vanboven staat de wereld open. Verten hebben wij gemeen. Denk niet dat ik ze nader ben omdat ik wel kan lopen. Vorige Volgende