De Gids. Jaargang 165

[p. 165]

Martin Bril

Net

Het zijn weer van die dagen die
Te snel voorbij zijn, altijd moeilijk

Dan is het donker en in alle
Huizen gaan de lichten aan

Om een of andere reden
Loop ik dan altijd net op straat

[p. 166]

Mysterie

Het schijnt dat K. Schippers
Eens wakker werd
En een compleet
Gedicht van een collega
Had gedroomd

Een nieuw gedicht
En ook nog van
Een dode dichter

[p. 167]

Dingen

Dingen die je moet leren
Dingen die je niet meer doet
Dingen die je wilt en dingen
Die je niet meer wilt
Dingen die je ziet en dingen
Die je bent vergeten
Dingen die je niet vergeet en
Die geen dingen zijn

[p. 168]

Intimiteit

Willen weten wat ze draagt
Willen weten wat ze eet
Willen weten wat ze doet
Willen weten wat ze zegt
Wie, waar en waarom

Wat er in haar koelkast staat
En wat in haar boekenkast
Wat er naast haar bed ligt
En wat ze ziet als ze naar
Buiten kijkt en waar
Ze dan aan denkt

Aan haar moeder die ziek is
Aan haar werk dat klote gaat
Aan haar vriendinnen die
Allemaal getrouwd zijn
Aan die man die ze laatst in haar
Bed had maar die te dronken was
Om verder nog iets te presteren
Aan haar auto die een beurt moet

En

Aan de was die nodig
Uit de machine moet

En

Aan haar billen en
De puistjes die van
Haar panties komen

En

Aan de dood die overal is

[p. 169]

 

Een zusje overleden, een vriendin

 

Vorig jaar in zes weken aan kanker

 

 

 

Papa natuurlijk acht jaar geleden

 

Al weer; God Christus die had een

 

Zware dood.

 

 

 

Willen weten dus, willen weten

 

Hoe die dood dan was en wat zij

 

Toen deed - en was ze aan het sterfbed

 

En hoe was dat meest intieme

 

Van alle intieme ogenblikken