ste sporen van een nieuwe herinnering ontstaan. Een herinnering die opfladdert uit het minnen, paren, baren, scheiden en moorden van een archief aan herinneringen dat een eigen leven leidt. Niemand weet hoe dat archief ooit gevuld werd, wiens herinneringen het zijn en dat doet er niet toe. Laat het maar aan mij over, ik dwaal als een vragende vis door het water. Ik klim met mijn rugzakje naar deze bergtop en als die bergtop er niet is, dan komt hier een bergtop omdat de afgrond me te hulp snelt en verschijnt. In de uitgestrekte ruimte die u al ziende denkt, herinner ik u, herinnert u mij, zelfs al is het een beeld dat u nog nooit heeft gezien.
Kijk, beneden aan zee is er geen tijd voor dergelijke mijmeringen. Daar spelen we in Voorbij ook ijskoud andermans geschiedenissen na. Gemene, trieste verhalen over bedrog en verraad en gewetenloze moord. Het is totaal onbelangrijk hoe het zit met het hoe en waarom, met de motieven of belangen van de betrokkenen. Voor het land Voorbij is de kleur van iemands jas veel belangrijker. Het kan je redden. Stel, je loopt op een grenspost af aan de rand van een gewelddadig en tiranniek geregeerd land en weet niet dat de soldaten het op je voorzien hebben en dat het een hinderlaag is. Als dan de kleur van je jas contrasteert met de omgeving, bijvoorbeeld helblauw met een felrode kraag in een modderig grijs landschap, dan ben je de ongeduldige regisseur die op een historische filmset afloopt, en zoals bekend schieten acteurs hun werkgever zelden neer. Mijn eigen jas is momenteel die van dorpsverteller. Zelf ben ik ingenomen met mijn wangen, waaraan je kunt zien dat ik een halfverdwenen gebit heb. In mijn verbeelding roept dat meteen de klank van mijn vertellende stem bij u op. En mijn uit half leugen, half bikkelharde waarheid bestaande vertelling over de gebeurtenissen hier aan de grens veertig jaar geleden.
Er zijn ook verdwijnpunten in het land Voorbij. Daarmee bedoel ik punten waar verhaalloze tijdstromen elkaar kruisen en een beeld opleveren waarin eeuwigheid en vluchtigheid op elkaar vastvriezen. Op zulke momenten is het land Voorbij kwetsbaar. Als een zieke oude zwerver, die met de moed der wanhoop langs de snelweg dwaalt. Op zo'n ogenblik ben ik de vangrail en ik zou me eindeloos kunnen uitbreiden en herhalen, maar ik doe het niet. De oude man is klein genoeg, het landschap te ongastvrij, de leegte die door ons heen valt te hard en recht. U zou zijn eenzame gezicht moeten kunnen zien. En dat doet u nu bijna.
Er zijn wel wetten in Voorbij, maar die vallen uiteen in twee categorieën, te weten technische en geheime. De technische zijn openbaar en nogal nietszeggend, ze gaan over resolutie, rekensnelheid,