Pascal en Montaigne. Dit alles laat onverlet dat Koesjner zelf een gerespecteerd dichter is, wiens werk al in verschillende talen is verschenen. Dat wil zeggen, een klein deel van dit werk, want het hele oeuvre vertalen is bijna onbegonnen werk. Koesjner is wat je noemt een productief dichter. Ik ben de tel kwijtgeraakt, maar het aantal Russischtalige bundels moet de vijftien naderen, een paar verzamelbundels meegerekend. We hebben het hier dus over vele honderden gedichten.
Hoe is dat allemaal begonnen? Alexander Semjonovitsj Koesjner werd op 14 september 1936 geboren, studeerde in 1959 af aan een pedagogisch instituut en was een dikke tien jaar lang docent Russisch op een avondschool. Thans verdient hij zijn brood als redacteur bij een uitgeverij en als recensent. Gedichten begon hij al in zijn jeugd te schrijven. Zijn eerste publicatie stamt uit 1957, zijn eerste bundel verscheen in 1962. Behalve gedichten schrijft hij ook essays over Russische poëzie; ze zijn verzameld in Apollo in de sneeuw (1991). Op zijn naam staan verder zeer geslaagde vertalingen van het werk van Philip Larkin, met wie hij grote verwantschap voelt.
Als ik Koesjner met een enkele term zou moeten typeren, wat niet eenvoudig is bij zo'n omvangrijk oeuvre, dan schiet mij bijna onmiddellijk het begrip ‘kamermuziek’ te binnen. Met deze kwalificatie haak ik aan bij een zeer verhelderend onderscheid dat werd gemaakt in een kritisch opstel uit de jaren twintig (ik meen van de hand van Roman Jakobson of Boris Tomasjevski, in elk geval van een van de bekende Russische formalistische literatuurtheoretici) dat mij vanuit mijn studietijd is bijgebleven. De bijzonderheden ben ik kwijt, maar het ging in grote lijnen om het onderscheid tussen enerzijds de theatrale, ronkende poëzie van Majakovski en futuristische consorten en anderzijds de intieme lyriek van onder meer Mandelstam en Achmatova. Iets dergelijks geldt mutatis mutandis ook voor Koesjner. Bij hem geen effectbejag, geen spectaculaire metaforen en rijmen, geen grootse gebaren. In dit opzicht verschilde hij in zijn beginjaren van andere succesvol debuterende dichters uit de liberale Chroetsjev-periode, zoals Voznesenski en Jevtoesjenko.
Koesjner schrijft over simpele, alledaagse onderwerpen en doet dat op een ingetogen wijze, met wisselende intonaties en eenvoudige beeldspraak, daarbij geholpen door een verbluffend waarnemingsvermogen. ‘'k Hou van gadeslaan en scherpe blikken, / Wil precisie voelen in mijn oog’, dicht hij over zichzelf. Dit leidt gelukkig niet tot oppervlakkige, louter beschrijvende poëzie, aangezien hij zijn doel beduidend hoger stelt. ‘Kijker naar wat fonkelt in het licht, / Ondergangvertrager, vragensteller, / Leedvoorkomer, hoopvol tegenwicht’ noemt hij zichzelf ergens. Koesjner geeft de voorkeur aan poëzie, die niet alleen prachtig klinkende versregels bevat, maar ook rijk is aan ideeën. Vandaar ook zijn belangstelling voor de bovengenoemde Franse denkers.
Bij Koesjner kan nagenoeg alles tot onderwerp van een gedicht worden, al zijn er, zo zegt hij in een interview, onaangename, banale, zwaarwichtige zaken, zoals de politiek, die maar geen verzen willen worden. Tegelijkertijd is hij juist voortdurend bezig om dingen voor de dichtkunst te veroveren die nooit eerder tot de poëtische thematiek behoorden. Niet voor niets noemt hij in datzelfde interview Het melkmeisje van Vermeer, dat hij in Amsterdam heeft gezien, een van de allermooiste doeken uit de schilderkunst. ‘Reproducties doen haar totaal geen recht’, aldus Koesjner, ‘alles draait om het het blauwe schort; een dergelijk blauw vind je nergens, behalve misschien in de hemel. Maar zo ver hoefde de schilder helemaal niet te gaan, hij vond het in zijn eigen Delft, bij hem thuis, en uiteraard in zijn eigen ziel.’ Zo ook haalt Koesjner de onderwerpen voor zijn gedichten uit zijn directe omgeving: een telefoongesprek, een fietstochtje, een wijnglas op een eettafel, de gordijnen in zijn slaapkamer, werkelijk alles kan aanleiding geven tot een dichterlijke ontboezeming, die ons de dingen op een nieuwe, originele manier laat zien en voelen.