| |
Joseph Brodsky
Democratie!
Eenakter
Handelende personen
Basil Modestovitsj, Staatshoofd |
Petrovitsj, minister van Binnenlandse Zaken en Justitie |
Gustav Adolfovitsj, minister van Financiën |
Cecilia, minister van Cultuur |
Mathilde, secretaresse |
Opmerking: de replieken zijn niet gemarkeerd; uitgaande van de logica der gebeurtenissen dienen spelers en regisseur zelf te bepalen wie wat zegt.
Het werkvertrek van het Hoofd van een kleine socialistische staat.
Aan de wanden hangen portretten van de grondleggers.
Het interieur oogt als de apotheose van verveling, slechts opgefleurd door een rechtopstaande opgezette beer, in wiens richting de personages af en toe knikken of blikken werpen.
Er kan eventueel nog een rendiergewei bij.
Hoge vensters in een late barokstijl, witte vitrage. Door de vitrage zijn de torenspitsen van Lutherse kerken zichtbaar.
Een lange vergadertafel, waarop een bloedrode opengesneden meloen prijkt.
Het bureau van het Staatshoofd, waarop een batterij telefoons.
Middag.
| |
| |
Drie mannen van middelbare leeftijd en een vrouw van onbestemde leeftijd nuttigen de maaltijd.
Niet slecht hè, die hazelhoen?
Mankeert niets aan.
De saus, die doet het 'm.
Voortreffelijke saus. Wat zit erin? Kaviaar?
Juist ja, saus met kaviaar. Uit Astrachan of zo?
Uit Goerjev.
Goerjev, Goerjev, Goerjev... Waar ligt dat ook weer? In Europa of in Azië?
In de buurt van de Oeral. Prima bier hebben ze daar. Lekker zwaar. Dat stijgt zo heerlijk naar je hoofd, vooral 's zomers.
Hazelhoen komt trouwens ook uit die streken.
Eurazië dus.
Nou, liever Azeopa. Gezien de krachtsverhoudingen.
Mmm... ja. Siberische noedels.
Zweedse lucifers.
Franse parfum.
Hollandse kaas.
Turkse tabak.
Bulgaarse ‘Dzjebel’.
Dat is ook tabak.
Duitse herdershonden.
Romeins recht.
Alles komt uit het buitenland.
Nou... Transporten van gedetineerden, Vologda.
Kan zijn, maar de handboeien zijn Amerikaans. Uit Pittsburg, Pennsylvania.
Dat bestaat niet!
Erewoord.
Je kunt hem geloven, Cecilia Markovna. Hij is minister van Justitie hoor!
En toch geloof ik het niet!
Moet ik ze laten zien? Ik heb ze altijd bij me in mijn aktetas. Voilà, mooi hè?
O jeetje, dat hoeft niet.
Wees maar niet bang, het zijn Amerikaanse.
Laat 's zien, Petrovitsj.
Kijk, hier staat het: ‘Made in USA’.
Daar staat het dus ook op.
Wat hadden jullie dan gedacht? Een prachtig staaltje kapitalisme.
| |
| |
Zulke maken ze bij ons niet. Je moet er wel valuta voor uittrekken. Maar voor die dingen is niks teveel.
Niks teveel? Van wat?
Van valuta natuurlijk. Maar het hakt er wel in, twintig dollar per paar. En dan heb ik het over de detailhandel. Maar zelfs groot ingekocht en met korting hakt het erin.
Met korting?
Jazeker, twintig procent. Voor bevriende mogendheden.
Je kunt hem geloven, Cecilia. Hij is minister van Financiën hoor!
Geef mij maar parfum. Dat komt tenminste uit Frankrijk.
Nou, Poolse parfums vinden ze ook best.
En die hebben ook mooie namen, zoals Byĉ Moẑe, Misschien. En wat ik zelf op heb heet Tijgers.
Tijgers, ook mooi.
Die Fransen geven bovendien geen korting, Cecilia. En parfum is niet aan te slepen, zelfs Poolse parfum niet. Het is zo op. Eén flaconnetje per week. Dat vreet valuta. Handboeien zijn beter voor de economie. Om budgettaire redenen, bedoel ik.
Ach, ons volk is bescheiden. Het neemt zelfs genoegen met touw.
Basil Modestovitsj, mag ik de meloen?
Ga je gang. Meloen, ook uit Astrachan.
Bescheiden, bescheiden, dat valt wel mee. Gisteren was er nog een demonstratie.
Bedoel je die voor onafhankelijkheid?
Nee, voor ecologie.
Dat is hetzelfde.
Toe nou. Dat is milieubescherming.
Onafhankelijkheid is ook bescherming. Van hetzelfde milieu trouwens.
Nou maak je het wat te bont, Petrovitsj.
Dat doe ik niet, Basil Modestovitsj, het zijn demonstranten.
Ach, kom nou, het is gewoon een menigte.
Kijk uit met wat u zegt. Het blijft een meute, een massa.
Een massa neemt altijd de vorm aan van een menigte. Of van een rij.
Vanzelfsprekend: pleinen of straten. Andere varianten zijn er niet.
Dat moet ik noteren!
Laat maar. Het wordt evengoed wel vastgelegd. (Knikt in de richting van de beer.)
En waarvoor drommen ze dan altijd samen voor het Paleis? Hebben ze dat in de bioscoop gezien of zo?
| |
| |
Dat doen ze omdat er een plein voor het Paleis ligt. En naar het plein loopt weer een straat. Zolang ze door de straat lopen vormen ze een rij. En zodra ze op het plein arriveren vormen ze een menigte. Beide varianten ontstaan gewoon vanzelf. Je hoeft niet eens te kiezen.
Er is natuurlijk nog een derde variant: het Paleis binnengaan. Zoals in de film.
Maar wie laat ze erin? Ze gaan niet uit eigen beweging naar binnen. Laten we wel wezen, het is geen 1917.
Zelfs al gingen ze naar binnen, dan zouden ze zich niet op hun plaats voelen. Want die film van toen was zwart-wit, zoals jij zou moeten weten, Cecilia.
Zo is het, Basil Modestovitsj, maar 's avonds vervagen kleuren. Om maar te zwijgen van 's nachts. Kunst heeft 's avonds altijd veel meer impact. Het Zwanenmeer wordt ook altijd 's avonds opgevoerd. En films zit je helemaal in het donker te bekijken.
Dat mag zo zijn, Cecilia, maar mensen gaan 's avonds niet demonstreren. Dat doen ze overdag.
Ja, om het filmen voor westerse correspondenten makkelijker te maken. Vooral als het video is.
Becher meldt uit Japan dat ze daar de productie van een nieuwe supergevoelige film onder de knie hebben gekregen. Straks gaat elke westerse correspondent zich nog een Eizenstein voelen.
Een Eizenstein? Het zou wat. Hoe gaat het daar trouwens met Becher? Heeft-ie al last van heimwee?
Dat kun je wel stellen, Basil Modestovitsj. Ze laten 'm daar rauwe vis vreten, zegt-ie. Typisch iets voor die Japanners hè. Mag ik de meloen effe?
Ga je gang, Petrovitsj.
Jammer dat ze bij ons niet willen groeien.
Tja, wat doe je eraan? We moeten boeten voor onze geografische ligging. Dit is en blijft Europa.
Zo dacht Beria er ook over. Toen ze me hier wilden benoemen, heb ik eerst wat tegengesputterd. Stel je niet aan, Petrovitsj, zei-ie toen, dit is toch Europa.
Zeker, zes uur met de trein, en je bent in Tsjechië.
Of Hongarije.
Laat staan met het vliegtuig.
Er wordt geklopt, de secretaresse komt binnen.
| |
| |
Wat is er, Mathilde?
Basil Modestovitsj, telefoon voor u.
Hoe vaak moet ik het nou nog herhalen, Mathilde: tijdens de lunch geen telefoontjes, van niemand.
Jawel, maar het is Moskou aan de lijn.
Wie?
Ik zou het niet weten, Basil Modestovitsj. Iemand met een accent.
Gustav Adolfovitsj, ben je uitgegeten? Neem even de telefoon aan, wil je? En gebruik een accent.
Wat voor, Basil Modestovitsj?
Doet er niet toe. Koerlands voor mijn part.
G.A. loopt op het bureau af en kijkt wat besluiteloos naar de telefoons.
Welke? De rode zeker?
Welke anders?
G.A. neemt de hoorn op.
Ja? U spricht mit Gustav Adolfovitsj... Bitte? Nein, hij is Finanz-Minister. Nein, hij zit te eten. Entschuldigen? Hoe sagen sie? Ach, ein moment... (Legt de hoorn neer, loopt terug naar de tafel.) Basil Modestovitsj, hij staat te tieren. Hij heeft me - Cecilia Markovna, houd uw oortjes even dicht - voor lul uitgescholden. Zijn accent lijkt me Georgisch.
Basil Modestovitsj springt op.
Iosif Vissarion Sta... oef, dat kan niet. (Wist het zweet van zijn voorhoofd.) Zeg, Petrovitsj, pak jij die telefoon eens, als je klaar bent. Ze bellen ook zomaar overal naartoe. De brutaliteit, om nog maar te zwijgen van de soevereiniteit.
P. loopt naar het bureau en neemt op.
Hallo. U spreekt met Jan Peters. Ivan Petrovitsj, voor jullie. Minister van Justitie. Okay, van Binnenlandse Zaken, volgens jullie daar. Wat? Becher is van Buitenlandse Zaken, en die zit momenteel in Japan. Wat?.. Wil je je effe koest houden, dat is toch al gezegd: hij zit te eten... Zeg, een toontje lager graag. En effe dimmen, ja? Ja, tuurlijk, met hem, met mij, met de minister van Cultuur. Inder- | |
| |
daad, ze komt uit Tambov. Wat? Ja, de mooiste benen van Oost-Europa. (Kijkt in de richting van Cecilia, knipoogt.) Wat? Ha-ha-ha... Je hebt ze nooit bij elkaar gezien, zeg je? Ha-ha-ha... Wat een dekhengst! Okay, laat maar. Dringend, zei je, dringend. En waar is de Chef? Juist ja, op een persconferentie. Had dat dan meteen gezegd. Juist ja, ik snap het. Goed, dat ga ik dan nu proberen. (Legt de hoorn neer, loopt terug naar de tafel.) Het is Tsjoetsjmekisjwili, hun minister van Buitenlandse Zaken. Hij wil u spreken, Basil Modestovitsj. Volgens het protocol heeft hij er in principe geen recht toe. Alleen de Chef mag u aan de telefoon roepen. Een minister mag uitsluitend een minister bellen, en dan alleen nog een ambtsgenoot. Maar zo te horen is daar iets bijzonders aan de hand. Bovendien zit Becher in Japan. Wilt u opnemen?
Jezus Maria, ze laten een mens niet eens normaal eten. Okay, zeg maar dat ik eraan kom. Eerst even een stukje meloen afsnijden.
P. loopt weer naar de telefoon en pakt de hoorn.
Hallo? Hij komt eraan, hoewel dat in principe niet volgens het protocol is. Ja, eigenlijk voor ons tweeën ook niet. Hoewel, was jij vroeger ook niet van Binnenlandse Zaken, destijds in Tiblisi? Zie je, ik wist het wel. Zeg, dat was toch in jouw ambtstermijn hè, dat dissidenten en dwarsliggers tot homofilie werden gedwongen?
Ja, dat is zo, die kerels bij jullie in de Kaukasus zijn trotse types. Nee, ik kom uit Rjazan. Wat? Nee, ik heb de Pantsertankschool afgemaakt, in Charkov. Nee, ik ben met iemand van hier getrouwd. Wat? Natuurlijk verlang ik daarnaar terug, maar hoe zou ik me vrij moeten maken? Zelfs op vakantie lukt me dat niet eens. In hun taal? Ach, ik red me wel. Aha... Hij komt eraan, hoor. Zeg, waar hangt de Chef eigenlijk uit? Op een persconferentie? Juist ja, ik snap het. Nou, daar komt-ie. Zeg, het beste hè. Hier is-ie hoor.
P. overhandigt de hoorn aan B.M. en loopt terug naar de tafel. B.M. veegt met een servet zijn lippen af.
Hallo. Ja, dat ben ik. Goeiemiddag. Ja-ja, dank u. Maakt niet uit, we zijn net klaar. Dat is toch niet nodig! Enfin, wat is er aan de hand? (Pauze.) Mein Gott! Wanneer? (Pauze.) En weet de ambassadeur er al van? Nee, niet de onze, maar die van jullie. Als-ie maar geen tanks oproept. Nou ja, omdat-ie dat nog van vroeger weet. Dat bestaat toch niet! Dat kan toch niet. En de soevereiniteit ook. Het bestaat toch niet! Nee-nee, waarvoor dan? Ja-ja, ik noteer het. Ik
| |
| |
ben aan het noteren. Maar maakt u zich niet druk: ik heb in de illegaliteit gezeten. Ah! Hoe zegt u? Okay, okay, okay. Het komt in orde. Vanavond bel ik de Chef zelf. Rond tien uur, goed. Is dat niet wat laat? Ah juist, uit het Chinese leven. ‘Turandot’ misschien. Als het ‘Madame Butterfly’ is, dan bel ik eerder. Ja, in het ergste geval bel ik rechtstreeks naar de loge. Het nummer? Ja, dat heb ik. Stelt u toch vooral de ambassadeur op de hoogte: hij is nogal opvliegerig van aard. Goed, dank u. Het komt allemaal voor elkaar. Goed. Het beste! Okay, okay. (Hij legt de hoorn neer.) Okay. Gustav Adolfovitsj, doet u mij eens een stukje meloen. (Pauze.) Dus, mijne Heren. (Bij het horen van dit woord schrikken ze allemaal op.) Heren ministers. Ik moet u aangenaam (Petrovitsj en Cecilia glimlachen minzaam) nieuws mededelen. Er is bij ons democratie ingevoerd!
Algehele verbijstering.
Hoezo?
Wat bedoelt u?
Hoezo ingevoerd?
Wat voor democratie? Socialistische? Volksdemocratie?
Een bourgeois democratie, misschien?
Een nieuw soort?
Alles komt uit het buitenland.
Wanneer leren we nou eens zelfstandige naamwoorden te gebruiken zonder een bijvoeglijke naamwoord?
Dat hangt van het zelfstandig naamwoord af.
En van het bijvoeglijk naamwoord.
Ja, ho nou maar. Doe niet zo pienter. Wat is er eigenlijk aan de knikker, Basil Modestovitsj?
Niets bijzonders, Petrovitsj. Die Georgiër die bij hen op Buitenlandse Zaken zit, vertelde dat de Chef een halfuur geleden op de persconferentie heeft verklaard dat er bij ons democratie zal worden ingevoerd. (Roept.) Mathilde! (Mathilde komt binnen.) Mathilde, tot nader order geen enkel telefoontje.
Ook niet als het Moskou is?
Moskou? Vooruit, alleen als het de Chef zelf is. Begrepen?
Jawel, kameraad Secretaris-Generaal.
Of als het de opperbevelhebber is. Duidelijk?
Jawel, kameraad Secretaris-Generaal.
En noem me geen Secretaris-Generaal meer. Begrepen? President mag wel.
Jawel, kameraad President.
| |
| |
En liever zonder dat kameraad. Dat klinkt zo knullig. Zoiets als kameraad procureur! Zeg dan maar liever meneer. Begrepen?
Begrepen, meneer de Secretaris-Generaal. Ik bedoel kameraad President, eh, kameraad Secretaris-Generaal, eh, meneer de President.
Zo is het goed.
Mathilde verlaat het vertrek, ondertussen haar bloesje losknopend.
Hoe moet dat nu verder, Basil Modestovitsj?
Geen angst, Cecilia Markovna, het zal wel loslopen.
Dat zal wel, ja. U bent nu meneer de President, maar wat zijn wij?
Wie niets was wordt nu alles.
Lopen we niet veul te hard van stapel, Basil Modestovitsj?
Welnee, Petrovitsj, integendeel. Over een halfuur staat de pers hier op de stoep. We moeten ons voorbereiden. Wat voor onzin de Chef daarginds ook staat uit te kramen, hun beleid is ons beleid. Per slot van rekening hebben we een gemeenschappelijke grens, om van idealen nog maar te zwijgen.
Of van cultuur. Te beginnen met de minister.
Wat staat u daar nou te grinniken, Gustav Adolfovitsj!
Dus jij, Petrovitsj, bent van nu af ook meneer de minister. Over Gustav hoeven we het niet te hebben. En Cecilia ook.
Ik? Ben ik mevrouw de minister?
Waarom niet, Cecilia?
Maar dat klinkt zo, eh... Ik weet niet... Vlees noch vis. Ik draag toch een rok.
Dat is ons opgevallen.
Je went er wel aan, Cecilia... Heb je iets met hem gehad?
Waar heeft u het over, Basil Modestovitsj?
Met die Georgiër, die Tjoetsjmekisjwili?
Hoe komt u daarbij, Basil Modestovitsj! De gedachte alleen al!
Je krijgt een kleur, Cecilia. En dat voor iemand die op het toneel heeft gestaan. En die elke dag een melkbad neemt... Wat zag je in die vent? Goed, ik begrijp het wel, het zijn leden van een Politbureau. Het is, zogezegd, onze internationale plicht. Maar hij...
Maar 't is een Georgiër, Basil Modestovitsj. Ze deed het voor haar gezondheid. Die Georgiërs hebben...
Geen woord meer, Petrovitsj!
... hebben me toch een apparaat, als je dat in een emmer water stopt, begint het in een wip te koken.
| |
| |
Petrovitsj!!!
Ach, Cecilia, Cecilia. Het getuigt toch wel van pit. Want wat zijn wij eigenlijk? Het aftandse oude Westen. Toe, niet blozen nou: je doet me aan een vlag denken, om nog maar te zwijgen van gordijnen. Genoeg hierover. Gustav Adolfovitsj, aan de slag. Wat produceerden we hier vroeger?
Vroeger dan wat?
Vroeger dan de Grote Verandering ten Goede. Vóór het historisch materialisme en de industrialisatie.
O, vóór '45. Bacon, Basil Modestovitsj. We hebben heel Engeland gevoed met onze bacon.
Engeland zit nu barstensvol met onze bacon.
En gerookte paling. We hebben heel Europa voorzien van gerookte paling. Zelfs Italië. 'k Herinner me een regel van een of andere Italiaanse dichter. ‘Paling, de sirene van de Baltische zee...’ En je had een conservenfabriek, die wel zestien soorten paling leverde.
En de Fransen hadden een gerecht, dat heette paling op z'n Bourgondisch. Dat werd bereid met rode wijn.
Dat raadt je de koekoek, omdat het vis is.
Bij vis drinkt men meestal witte wijn.
Alsof jullie daar verstand van hebben! Je moet hem drie dagen laten drogen. Je spijkert hem - bij z'n kieuwen - aan de muur vast en dan maar drogen.
In de openlucht, bedoel je? Om hem mooi bruin te laten worden?
Welnee. Om hem niet te laten kronkelen. Hij is vreselijk vitaal, die paling. Zelfs na een dag of drie kronkelt-ie nog. Het gebeurt wel 's dat je hem opensnijdt en in de pan gooit, en dat-ie dan nog ligt te kronkelen. Hij wringt zich in allerlei bochten...
Zoals bij een ondervraging.
... zelfs in de pan, wou ik zeggen, wringt-ie zich nog in allerlei bochten, ik bedoel, ligt-ie nog te kronkelen. En dan, hup, rode wijn erover.
Zie je wel, vis zei ik toch. In vis zit geen bloed. Bij het aderlaten houden ze tenminste op met zich in allerlei bochten te wringen.
Daarom zijn ze gestopt met de palingvisserij. Je kunt niet voor iedereen Bourgondische wijn blijven aanslepen.
Bovendien was-ie ook een slecht voorbeeld. Veel te vitaal. Hij had wel een nationaal symbool kunnen worden. Of erger nog, een ideaal. Zo van: al snij je me open, ik blijf toch...
Omdat ze koudbloedig zijn.
Dat zeg ik. Je krijgt afwijkingen, abberaties. Zoals altijd met idealen. Wij hebben vijf liter bloed, en 't is allemaal warm. Een ide- | |
| |
aal daarentegen is altijd koud. Het gevolg is... onverenigbaarheid.
Van warm en koud?
Van het reële en het ideale?
Van materialisme en idealisme.
Mmm... ja, in elk geval een explosief mengsel.
En vandaar het aderlaten.
In onze termen: bloedvergieten.
Om ze te laten afkoelen?
Wie? De heethoofden?
Nee, juist niet. Om de idealen wat bij te kleuren.
Een menselijk aanzien te geven.
Zoiets. Om de spanningen weg te nemen. Zo kun je ze beter goed houden.
Wie?
De idealen. Met name in een cel.
Net als in conservenblikken.
Ah, in hun eigen saus. Met name als je weer bijkomt...
Macaber.
... ineengerold op een brits. Precies een paling. Alleen niet geschikt voor de export.
Maar wel voor nationaal symbool.
Macaber.
Hoeveel soorten waren er, zei je, Gustav Adolfovitsj?
Zestien. Zestien soorten produceerde die fabriek toen. Gerookt, gemarineerd, in olie, en ook in eigen saus.
En tegenwoordig?
Tegenwoordig maken ze radio's en wekkers. Hele goeie wekkers, trouwens, met een helder rinkelend geluid. Radio's alleen met lange- en middengolf. De kortegolf heeft-ie (knikt naar Petrovitsj) verboden.
Zo'n soort zee hebben wij, Basil Modestovitsj. Met een blikkerige kleur. Ik zeg maar zo: traditie moet je in ere houden.
Dus van de paling zijn eigenlijk alleen nog golven over. En alleen nog de lange.
Eh... ja, die komen niet in aanmerking voor de export. De wekkers evenmin, ook al zijn ze van blik. En al klinken ze goed. Ze zijn de kluts kwijt in het westen, ze weten niet meer wat goed of slecht is. Misschien moeten we er eentje naar de Chef opsturen, maar dat is geen export. Niet eens import.
Eerder spijsvertering. Zo niet (knikt in de richting van de beer) verbanning.
Guuuuustaaav!!!
| |
| |
Okay, okay, Petrovitsj. Of zoals Tsjoetsjmekisjwili zegt, okkeej. In Siberië hebben ze ook wekkers nodig.
Zijn de bewakers en cipiers tenminste ook eens op tijd wakker!
Goed, wat hadden we nog meer, Gustav Adolfovitsj?
Komijnekaas. Sieraden van barnsteen. Agrarisch land was het. Boerderijen, boerderijen en nog eens boerderijen. En er was wat handel in varkensleer. Prima kwaliteit was dat.
Napoleon liet z'n uniformbroeken uitsluitend van ons leer maken.
Is dat het?
Ja.
En delfstoffen?
Dat weet u zelf wel. Niks anders als turf... Als je er goed over nadenkt, wat bezielde ze eigenlijk om ons te veroveren... de Duitsers, en die van u. Waarschijnlijk een kwestie van: grijpen wat je grijpen kan.
Dat zie je verkeerd, Gustav Adolfovitsj. Sterker nog, 't is zelfs gevaarlijk om zo te redeneren, nietwaar, Petrovitsj?
Zeker weten. Vroeger werd je daarvoor opgepakt.
We hebben geen tijd voor discussies, laat staan om mensen op te pakken. Over een halfuur is de pers hier... Dus, zo doen we het. We gaan het agrarische potentieel van onze natie in ere herstellen. Europa kan opgelucht ademhalen: we zullen weer zorgen voor een grote stroom verse en gerookte paling. Bacon en komijnekaas gaat naar het oosten. Desnoods naar Siberië. Leer naar de hoogste bieder. Maar het liefst naar Frankrijk: vanwege vroeger. Voor paling geldt een staatsmonopolie, de rest is voor ondernemingen en de particuliere sector. We bekijken de mogelijkheden voor buitenlandse investeringen en vestigingsvergunningen. We gaan de helpende hand bieden aan onze broeders in het buitenland. We gaan de censuur afschaffen, we zullen kerk en vakbonden toestaan. Zo ben ik er wel, lijkt me.
Wat dacht u van vrije verkiezingen?
Goed, die ook. Zonder vrije verkiezingen blijven buitenlandse bedrijven weg.
En de terugtrekking van de sovjettroepen?
Ook dat is nodig. Dat staat als een paal boven water. Democratie invoeren - tanks terugtrekken. Vanavond bel ik de Chef en dan vraag ik het.
Maar dat is een ommezwaai van 180 graden. Vroeger zou je voor zoiets...
Al was het 360 graden, Petrovitsj. Of wil jij soms terug naar Rja- | |
| |
zan? De pers arriveert hier over een halfuur, heren ministers. Ze hebben de Chef het leven zo zuur gemaakt, dat-ie bij ons democratie heeft ingevoerd. En wij, wat gaan wij invoeren, als ze ons onder druk zetten? Een nakomeling van Witold de Grote te voorschijn toveren en die op de troon zetten? Wij hebben het juist makkelijker: wij hoeven geen troepen terug te trekken, zoals de Chef. Sterker nog, wij gaan meer rekruten oproepen. Zo snijdt het mes aan twee kanten: de nationale trots wordt bevredigd én we hoeven de helft minder monden te voeden. En dan heb ik het nog niet eens over het aantal demonstranten. Jij krijgt het een stuk makkelijker, Petrovitsj. Heb ik het juist, Gustav Adolfovitsj? Dus, wie is er vóór?
En hoe moet het met de minderheden?
Zeg (achterdochtig), wie bedoel je eigenlijk?
U weet wel wie.
Cecilia knikt in de richting van de beer.
Basil Modestovitsj, hij heeft ons op het oog!
Wind je niet op, Petrovitsj. Uiteindelijk is-ie bezorgd om zichzelf. 't Is per slot van rekening een Duitser, ook al is het maar een ossie. Heb ik het juist, Gustav Adolfovitsj?
Ehhh ja.
Sonderkommando!
Becher idem dito.
Die is krijgsgevangen genomen. In '41 nog wel.
Ik heb mezelf overgegeven.
Tja, in '45.
Sonderkommando.
Eigenlijk heette het Totenkopf. De Waffen-SS.
Wie zich het verleden herinnert, die raakt een oog kwijt.
En wie alles vergeet, die verliest er twee. Hoe je het ook wendt of keert, het blijft Totenkopf.
Becher idem dito. En dat voor een minister van Buitenlandse Zaken!
Precies. Een minister van Buitenlandse Zaken moet een buitenlander zijn. Dat is alleen maar logisch. Heb ik het juist, Gustav Adolfovitsj?
Natürlich, ik bedoel, natuurlijk.
Ach, bij ons zijn alle ministers buitenlanders. Behalve die van Volksgezondheid. Maar dat is wel een schatje.
Cecilia! Nou, dat zoeken we later wel uit! Daar hebben we nu geen tijd voor. Dus wat betreft de etnische minderheden, dat kijken
| |
| |
we even aan. Daar hangen de buitenlandse investeringen niet van af. Gustav, ben je in principe vóór of niet vóór?
Vóór ben ik, vóór! Ik ben altijd al van mening geweest dat leningen en buitenlandse investeringen dé uitweg uit de toestand zijn. Vooral leningen. Wat sta je me nou aan te gapen, Petrovitsj? Je hebt toch zelf gezegd: we hebben valuta nodig!
Welke toestand? Wat voor uitweg? Jij bent een hopeloze contrarevolutionair, Gustav. En dat is dan ‘Finanz-Minister’! Weet je nog, Polen? Leningen moet je terugbetalen, en met rente. Waarom, denk je, zou een kapitalist jou geld lenen? Om paling te kweken? Morgen brengen! Om te zorgen dat je bij hem in het krijt staat. Voor hem is er niks mooiers als een debiteur. Vooral als het om een heel land gaat. Dat is nou juist het kapitalisme, dat ze kredieten verstrekken. Als wij van hen geen geld leenden, zouden ze niet eens bestaan.
Dat zeg je nou wel, maar wij hebben vijftig jaar lang niks geleend en zij zijn er nog steeds, terwijl het met ons binnenkort gebeurd kan zijn.
We staan alleen, omdat we het Socialistische kamp zijn. Ze mogen ons niet omdat we niks van ze lenen. We ondermijnen hun business. En met hoe meer we zijn...
Ja-ja, dat kennen we! Volksbevrijdingsbewegingen en dergelijke. Dan maar schulden! Dat is altijd nog beter dan dat er niks te vreten valt. Ik bedoel voor de bevolking.
Jij bent echt een opportunist zonder principes, Gustav. Een regelrechte boer. Je ruikt naar stront, en zo praat je ook. Een koelakkenzoontje. Een nationalist.
Schei uit met schelden, Petrovitsj. Er is niks te vreten, zei ik. Een individu kan makkelijk trouw blijven aan zijn principes. Je kunt koppig volhouden en geen geld lenen. Zeker met een rantsoen als het jouwe. Maar hoe moet het met anderen, die dat niet hebben. Heb je daar geen medelijden mee? Jij natuurlijk niet. Jou en die daar met die kromme poten (knikt in de richting van de beer) kan het niks schelen, maar de bevolkingsgroei is bij ons tot nul gedaald. Met komkommers en kool kun je je niet voorplanten. Al onze vis is naar Zweden toegegaan. Nee, dan maar liever lenen.
Basil Modestovitsj, hoor je dat? Hij beledigt een bondgenoot. (Knikt in de richting van de beer.) Dat is minister van Financiën, maar hij begrijpt niet waarom een kapitalist in een socialistische staat zou willen investeren.
Ze investeren, Petrovitsj, omdat onze arbeidskrachten betrouwbaar zijn. Wij kennen bijvoorbeeld geen stakingen, zoals zij. In ons investeren is voor hen hetzelfde als trouwen met een rijke weduwe.
| |
| |
Honderd procent zekerheid. Becher heeft me verteld dat banken die in socialistische landen investeren een zeer solide reputatie hebben. Ze worden meer gerespecteerd, om nog maar te zwijgen van vertrouwd. Al onze vis is inderdaad naar Zweden gegaan. Ik heb m'n beklag gedaan bij de Chef. Hij heeft toegezegd er een onderzeeër naartoe te sturen om opheldering te krijgen. Tot nu toe helaas nog zonder resultaat. Aan de andere kant, Hij heeft zelf ook leningen afgesloten. Hun beleid is onze beleid, Petrovitsj. We hebben een gemeenschappelijke grens, hoeveel graden er ook gedraaid wordt. Dus, wie is er vóór?
Maar we zijn maar met z'n vieren, Basil Modestovitsj. Er ontbreken tweeëntwintig ministers. De ministerraad...
Ministerraad, ministerraad! Zeg nog maar gewoon Politbureau, Gustav Adolfovitsj. We hebben reusachtig veel geluk dat ze er niet zijn. Zelfs Stalin zou zo'n aantal geen halfuur lang onder de duim hebben kunnen kouden. Alleen al die klootzak van Volksgezondheid is een ramp. Tweeëntwintig, zegt-ie, is niet genoeg. 't Is eerder andersom: voor een democratie zijn we misschien wel met teveel. Zeg, wat doen we als de stemmen staken? Zelfs als ik het recht van de beslissende stem heb?
Zal ik anders weggaan, Basil Modestovitsj?
Blijf zitten, Cecilia. Er is maar één oplossing: allemaal vóór stemmen. Wij zijn immers het brein van de staat. De ministers van Financiën, van Binnenlandse Zaken, van Cultuur en ik. Alhoewel... wacht 's. Het zou beter zijn als er iemand tegen is. Er moet iemand tegen zijn, anders is het geen democratie. Gustav, wil jij tegen zijn? Of nee, Financiën is een serieuze zaak. Jij, Petrovitsj?
Ben ik dan geen serieuze zaak? Binnenlandse Zaken en Justitie! Me dunkt!
Sorry, heb ik niet aan gedacht. Cecilia? Hoewel, een minister van Cultuur in de oppositie... Dat ziet er ook niet echt fraai uit. In dat geval... in dat geval zal ik het zelf moeten zijn. Dat is nog beter ook. ‘De Secretaris-Generaal gaat onder druk van zijn ministers akkoord...’
Maar u bent toch geen Secretaris-Generaal meer. U heeft uzelf zojuist...
Nog beter! De president gaat onder druk van zijn ministers akkoord... Dat klinkt warempel als democratie. Meerderheid en minderheid.
Hoezo democratie? Het is meer een revolutie van bovenaf. Zeker zonder die tweeëntwintig ministers. Vroeger zou je voor zoiets...
Petro-o-o-vitsj! De pers staat hier over een halfuur op de stoep!
| |
| |
Mein Gott, Petrovitsj, democratie is nou juist een revolutie van bovenaf. Een paleisrevolutie. Althans, in onze omstandigheden. Een revolutie van onderaf, wat zou dat betekenen? De dictatuur van het proletariaat. Is dat wat je wilt? En die komt er, over een halfuur, als wij het niet eens worden. Als ik jou onverschillig laat, denk dan tenminste aan je eigen hachie. Om nog maar te zwijgen van Gustav en Cecilia!
Dus je maakt je zorgen om mij, Basil Modestovitsj?
Om ons allemaal, Petrovitsj! Wij zijn immers het brein van de staat.
Eerder het zenuwcentrum.
Voor mijn part. En wie zal zich daarom bekommeren? Het lichaam zeker? Waar het om gaat is dat de anderen het lichaam zijn. En wij het brein. Het brein vangt als eerste het signaal op: democratie of geen democratie. Wie vreet er hazelhoen in saus? En wie meloen? Het brein! Omdat er voor de rest geen hazelhoen en meloen genoeg is. Je kunt geen meloen verdelen onder dertig veelvraten, om van hazelhoen nog maar te zwijgen. Onder vier wel. Hetzelfde geldt voor geschiedenis.
Theoretisch kun je een watermeloen wel in dertig stukken verdelen. Misschien niet in gelijke delen, maar het kan wel.
Ik kan me vergissen hoor, Gustav, maar ik heb nog nooit gemerkt dat jij iets in dertig stukken hebt verdeeld, gelijke noch ongelijke! Potverdorie, we zitten onze tijd te verdoen! Hier voltrekt zich een stuk historie! In het brein nog wel! Dus wat doen we? Stemmen we of stemmen we niet?
Waarom nog stemmen, als jij alles allang besloten hebt?
In jullie hersenen voltrekt het zich.
Heeft het zich al voltrokken, zou je kunnen zeggen.
Pro forma stemmen zie ik niet zitten.
Nee, dat deden we vroeger al.
Wat is dit voor democratie!
Vooral als u tegen stemt.
Unaniem zou beter zijn.
Of wij met z'n drieën tegen, en u vóór.
Ja, dat ziet er overzichtelijker uit.
Maar allesbehalve democratisch.
Inderdaad. Dat riekt naar tirannie.
Maar overzichtelijker.
Inderdaad, Basil Modestovitsj. Stel dat ze dit daar allemaal met opzet hebben bekokstoofd.
Hoe bedoel je, ‘dit allemaal’?
| |
| |
Nou, die ommezwaai van 180 graden. Met de bedoeling om ons daarna nog een keer te bezetten.
De geschiedenis herhaalt zich, volgens Marx.
Ja, een vuile rotstreek.
Daarom trekken ze de troepen terug.
Dan kunnen we nu dus maar beter in de oppositie blijven.
Ze zijn niet te vertrouwen.
Anders draait het eropuit dat wij niet loyaal zijn.
En u wel.
Wij krijgen op onze kop, en u komt er weer zonder kleerscheuren vanaf.
Dan maar liever tirannie.
Desnoods een linkse.
Want als u naar het oosten wordt teruggehaald, kan u van uw pensioen gaan genieten, maar wat moeten wij?
Op een telraam rammelen.
Leiding geven aan personeelszaken.
Een artikel over mestoverschot vertalen.
In Ulan-Bator.
Of in Karaganda.
In het beste geval.
Jezus Maria! Jezus Maria! En dat is nou het brein van de natie! Over twintig minuten staat de pers hier op de stoep! Als we niet gaan stemmen, zitten jullie overmorgen al in dat Karaganda. Nou ja, over een week. Want als er tirannie komt, ook al is het een linkse, dan wordt de pers des duivels. En als dat gebeurt, dan wordt de Chef ook des duivels. En zelfs als Hij dat niet wordt, krijg je toch dat het tirannie in de hand werkt. Stel dat hun ambassadeur des duivels wordt en tanks op gaat trommelen. Dan kunnen wij oprotten - met steun van de volksmassa. En dat wordt Eizenstein. Gesnopen?
Pauze.
Gesnopen, Basil Modestovitsj.
Dat bedoel ik maar, Petrovitsj. Laat ik nou maar de minderheid vormen en tegen zijn. Je hebt het zelf gezegd, wat stelt nou democratie voor zonder oppositie? Ik word zelf de oppositie. De loyale, bedoel ik. Want oppositie kun je niet vertrouwen, maar mij wel. Ik bedoel, ik vertrouw mezelf. Ik bedoel, aan het hoofd van de oppositie moet iemand staan die je vertrouwt als jezelf. Om de boel te kunnen controleren. En zo iemand bestaat niet. Ik zou zelfs mijn eigen vrouw nog niet benoemen.
| |
| |
Tja, vrouwen... Dat is vanzelf al oppositie. Vertrouwen kun je ze nog wel, maar controleren ho maar.
Vertrouwen ook niet. Er is geen mens die je echt kunt vertrouwen. Alleen mij kun je vertrouwen. Juist daarom moet ik de oppositie vertegenwoordigen. Gesnopen?
Gesnopen.
Ik snap het al een hele tijd.
Bijna.
Ik ben de minderheid, jullie de meerderheid. Ik zwicht. En dat is nou precies democratie - wanneer de minderheid zwicht.
[Cecilia] En ik dacht juist: wanneer minderheid en meerderheid gelijke rechten hebben.
En wanneer de tanks zich terugtrekken.
Of wanneer de minderheid de meerderheid wordt.
Als resultaat van een stemming.
Inderdaad, en andersom.
Dus wanneer de minderheid zich onderwerpt aan de meerderheid.
Of andersom. Zoals in ons geval.
Maar hoezo is Basil Modestovitsj een minderheid? Hij is de meerderheid.
Subjectief gezien wel, maar objectief gezien niet.
Juist andersom: objectief gezien wel, subjectief gezien niet.
Het punt is: wie is het subject?
Wie het object is, staat vast.
Maar daar gaat het stemmen juist over: om het objectieve van het subjectieve te scheiden!
Maar als het nou zo uitpakt dat hij de minderheid is en wij de meerderheid?
Goddank, Cecilia.
Maar als het nou andersom is?
Dan zal het subjectivisme zegevieren.
En als het unaniem is?
Dan stemmen we opnieuw. Nietwaar, Basil Modestovitsj?
Prima. Alleen wel wat sneller dan!
Zelfs als hij de minderheid blijkt?
Hou nou eens op met dat sentimentele gedoe van je, Cecilia!
Zeg dat wel.. dat wordt zo langzamerhand wat gênant...
Cecilia, stel je in het ergste geval het volgende voor: hij is de minderheid die zich het lot van de meerderheid aantrekt. Dat van ons allemaal, niet alleen dat van hemzelf.
Dat van jou inbegrepen.
| |
| |
En toch bevalt me dat niet. Zo dreigt onze Basil Modestovitsj een soortement mensjewiek te worden.
Je hebt het toch gehoord, Cecilia: dit is geen 1917.
Ja, nog afgezien van het feit dat toen de meerderheid zich om de minderheid heeft bekommerd.
Om precies te zijn, de bolsjewieken hebben de mensjewieken overwonnen.
Wat bedoel je met ‘om precies te zijn’? Wat wil je daarmee zeggen, Gustav?
Dat de overwinning van de meerderheid op de minderheid niet hetzelfde is als die van de bolsjewieken op de mensjewieken. Het is eigenlijk eerder andersom. Procentueel, in elk geval. Verhoudingsgewijs vormden de bolsjewieken in ons land een onbeduidende minderheid.
Ach kom, wat zit je nou te kletsen! Basil Modestovitsj, hoor je wat voor onzin Gustav uit zit te kramen? Voor zulke praatjes zouden ze je vroeger... Waar is mijn tas?
Ach, laat hem maar, Petrovitsj. We hebben nog een kwartier. Wel, eh, mijne heren ministers, zullen we eens gaan stemmen?
Wat zullen we nou krijgen, Basil Modestovitsj! Dit is toch je reinste contrarevolutie. Hij moet worden opgepakt!
Geen denken aan, Petrovitsj, we hebben hem nodig voor het vereiste aantal leden.
Drie vóór, één tegen - dat is een overwinning van de meerderheid. Twee tegen één - dat is knokken in de deuropening. Zonder Gustav is het geen stemming, maar Joost mag weten wat. Een farçe in de ogen van de internationale gemeenschap. Allereerst, zeg ik, moet er gestemd worden.
Maar dan? Dan pakken we hem toch op, hè?
Als de meerderheid wint, Petrovitsj, dan is er geen reden meer om Gustav op te pakken. Want dan is er democratie. Dat wat vóór de democratie contrarevolutie was, is als we eenmaal democratie hebben het roemruchte verleden.
In dat geval, Basil Modestovitsj, ben ik tegen democratie! Wie kan ik anders nog oppakken? Mezelf soms?
Daarom moet je juist vóór stemmen. Dat wil zeggen, je aansluiten bij de meerderheid. En wat betreft het oppakken van mensen ten tijde van democratie - maak je niet ongerust: raddraaiers zijn er altijd wel te vinden. Hele volksstammen zullen tegen zijn, zullen in de oppositie gaan. Je kunt met mij beginnen. Hoewel ik behoor tot de loyale oppositie.
Hoe kun je zoiets zeggen, Basil Modestovitsj? Dat ik jou zou...
| |
| |
Je zult het makkelijker krijgen, Petrovitsj. Als we democratie hebben, bedoel ik. Je zult minder te doen hebben. Eerst laat je diegenen vrij die vóór democratie zijn. Dat moet wel kunnen lukken in een paar jaar. Vervolgens arresteer je diegenen die tegen zijn, en dat is helemaal een fluitje van een cent. De oude garde enzovoort - maar ach, je weet wel wie ik bedoel, jij kent ze beter dan ik.
Toch ben ik tegen. Want degenen die vrijgelaten zijn zullen met z'n allen naar het Paleis toe gaan, en dan is het met ons afgelopen.
Daarom moet je juist vóór stemmen. Wat hebben ze bij het Paleis te zoeken, als wij vóór zijn. Vóór datgene waar ze zelf ook vóór zijn. Als in het Paleis de minderheid zwicht voor de meerderheid. Dat is immers waar ze zelf ook van dromen. Trouwens, je moet ze ook niet allemaal tegelijk vrijlaten, maar één voor één.
En toch zullen ze in beweging komen. Kortom, demonstraties.
Ja, van het woord ‘demon’.
Ik dacht van ‘monster’.
‘Demos’, Cecilia, ‘demos’. Grieks voor ‘volk’.
Doet er niet toe. Hun lang gekoesterde droom is volledige democratie. Wat democratie aangaat, zijn ze eensgezind, unaniem.
Achterlijk zijn ze, Petrovitsj, omdat ze te lang in de oppositie hebben gezeten. En wij gaan ze het een en ander bijbrengen, nietwaar Cecilia? We vertrouwen dit zaakje toe aan het ministerie van Cultuur?
Ik noteer het, Basil Modestovitsj.
Dat gebeurt zo ook al, Cecilia. (Knikt in de richting van de beer.) Maar niet nu. We hebben geen tijd. Enfin, bombardeer ze met het idee dat eensgezindheid, dat unanimiteit de moeder van de dictatuur is.
Eerder het kind.
Zo moeder, zo dochter. Waar het om gaat is dat ze snappen dat ze datgene hebben gekregen waar ze voor geknokt hebben... Dat het doel is bereikt, zoals der Kaiser zei. Dat er niemand meer is om tegen te knokken. In elk geval niet tegen ons.
En knokken vóór het zegevieren der gerechtigheid?
Ja, daar zijn ze vóór: gerechtigheid, idealen.
Ja, ze zijn tegen ons. Wij zijn immers de regering.
Wanneer we gaan stemmen, zullen ze ook vóór zijn. De zegevierende gerechtigheid, Gustav, neemt dezelfde vormen aan als de zegevierende ongerechtigheid. Krijgt, met andere woorden, haar beslag in eenzelfde regering.
Oei, dat noteer ik.
Doe maar, doe maar, anders wordt Bruintje Beer nerveus.
| |
| |
Mathilde komt binnen, slechts gekleed in haar onderjurk.
Mijnheer de President, de pers is bijeen, u wordt verzocht te komen.
Zeg maar dat de lunchpauze nog niet voorbij is. Begrepen?
Jawel, mijnheer de President. Oh, is het waar dat we democratie krijgen?
Dat zullen we zo wel zien. Over een kwartier. Jouw salaris blijft in elk geval hetzelfde. Werktijden en telefoon eveneens. Je kunt gaan.
Mathilde vertrekt, onderwijl haar onderjurk uit trekkend.
Wat is er met haar?
Wat bedoel je, Petrovitsj?
Nou... zo luchtig gekleed. 't Is toch geen zomer?
Misschien heeft ze iets met een lijfwacht.
Ben je jaloers, Cecilia?
Hoe kunt u, Basil Modestovitsj?!
Symboliseert ze soms de toestand van onze economie?
Of het afwijken van dogma's?
Eerder het laatste.
Hoe dan ook, ze vertegenwoordigt het volk.
Het werkende deel.
Maar niet het proletariaat.
De boeren dan.
Tja, puur natuur. Melk en bloed.
Of de intelligentsia.
Zij, intellectueel? Doe me een lol, zeg! (Ontploffend.) Die del! In de goeie ouwe tijd had ik haar zelfs nog niet in de valutabar de buitenlanders laten uitmelken! Ze spreekt haar talen niet eens! Alleen onze eigen taal en nog plat ook. Intellectueel?! Ik heb haar 's een keer een vrijkaartje voor Het Zwanenmeer cadeau gedaan. Ze is er niet eens naartoe geweest! Ik zou haar... ik zou haar het liefst... Ze heeft niet eens Tsjechov gelezen! Tsje-chov!!
Je bent jaloers, Cecilia. Mathilde is al vanaf haar zeventiende partijlid. Dochter van betrouwbare kameraden. Ze kon niet naar het theater, omdat ze moest overwerken. Ze was bezig met die voordracht over het landbouwbeleid.
Dat zeg ik, puur natuur.
Het zwanenlied nog wel. Over landbouw gesproken.
Tsjajkovski dus.
Saint-Saëns!
| |
| |
Bravo, Cecilia.
Wat heeft Saint-Saëns met Tsjajkovski te maken?! Daar in Frankrijk is geen eens collectivisatie geweest.
Het belangrijkste van de zwaan, Petrovitsj, is de hals.
De benen. Vraag maar aan Cecilia.
Wel, heren ministers, gaan we stemmen?
Zeker, zeker.
Zeg, Basil Modestovitsj, wordt ons salaris aangepast?
Inderdaad, we lopen toch risico.
't Is gevaarlijk werk.
Op kerncentrales delen ze ter compensatie gratis melk uit.
Nou, ik denk niet dat ons dieet zal veranderen. We zijn toch niet van plan om ons terug te trekken uit het Warschaupact en het Verbond van Wederzijdse Economische Hulp? De Chef was altijd van mening dat bondgenoten hetzelfde menu moeten hebben. Dat is de basis, de voedingsbodem zogezegd, van onderling begrip.
Nou ja zeg, spijsvertering als gemeenschappelijke noemer.
Om precies te zijn: wat er na die spijsvertering komt.
Gustav! Er zijn dames bij!
Voor wat betreft het salaris moeten jullie bij Gustav zijn. Maar wat de melk aangaat, dat zou ik jullie toch niet aanraden. Het blijven toch koeien van hier. Geigertellers slaan meer op hol van koeienuiers dan van een kernreactor zelf. Is het niet, Petrovitsj?
Inderdaad ja. Gratis melk voor gevaarlijk werk, dat is de tautologie ten top.
[Cecilia] De Chef zou natuurlijk kunnen toetreden tot de EG. Wat ik hem uiteraard wel toewens; anders zitten ze daar binnenkort zonder zeep. En waarom zou hij in vredesnaam verder blijven tobben met het vijfjarenplan? Laten ze dat in Brussel maar uitzoeken. Daar hebben ze tenminste betere computers.
Hij heeft het niet voor niks zo vaak over het gemeenschappelijke Europese huis gehad!
Aan de andere kant, ze gaan daar in Eurazië maar één keer per maand in bad. Vraag maar aan Cecilia. Of liever aan Petrovitsj.
Hou jij je mond maar, Gustav! Met welke zeep jij je ook wast, je bent en blijft een contra. Dat gaat er nooit meer af.
Moet je die patriot horen. Heeft u heimwee naar Rjazan of zo? Nostalgie naar de stront, anders kun je het niet noemen. U woont hier nou al zoveel jaar, maar nog altijd heeft u heimwee naar de stal. Terwijl u toch met een vrouw van hier getrouwd bent.
Laat mijn vrouw erbuiten, Gustav. Ze komt weliswaar hiervandaan, maar ze is wel halfbloed. Bij die van hier kun je de clitoris niet
| |
| |
eens vinden. Frigide vissen zijn het!
Petrovitsj! Er zijn dames bij!
Daarom storten de mannen zich hier op pedofolie. Of op demonstraties. Vaak weet je niet eens op grond van welk artikel je ze moet pakken.
Basil Modestovitsj, hij beledigt onze nationale waardigheid.
Heren ministers, heren ministers, geen ruzie alstublieft.
Ik heb altijd al gevonden dat een buitenlander geen minister van Binnenlandse Zaken behoort te zijn. Van Buitenlandse Zaken - voor mijn part, maar Binnelandse Zaken - nee.
Wat ben jij toch een verstokte contra, Gustav. En dan heb ik het er maar niet over dat de clitoris een interne aangelegenheid is. Ach, hoe zou jij dat ook moeten weten, jij hebt er één van hier?
Hoe durft u!
Petrovitsj, u moet zich schamen!
Heren, heren, alstublieft geen ruzie.
De minister van Binnenlandse Zaken kent geen schaamte, Cecilia. De minister van Binnenlandse Zaken gedraagt zich als een gynaecoloog.
Ik heb altijd al gevonden dat een buitenlander geen...
Heren ministers, heren ministers, kalmte alstublieft. In de eerste plaats, Gustav, heb jij ongelijk. Een minister van Binnenlandse Zaken...
En Justitie.
... en Justitie moet een buitenlander zijn. Dat staat garant voor een grotere objectiviteit en het voorkomt nepotisme. Denk even aan het Romeinse recht. Het is altijd beter dat de onderdrukker - en de wet onderdrukt per definitie - van vreemde bodem is. Je kunt beter een vreemdeling vervloeken, dan een landgenoot. Alle imperiums zijn hierop gefundeerd. Denk aan de Romeinse keizers, en in het ergste geval aan Stalin. Het is een vorm van psychotherapie. Het is gezonder een vreemdeling te haten dan iemand van je eigen soort.
Tjee, dat noteer ik.
Maar ik kan en wil niet stemmen met iemand die de waardigheid van mijn natie beledigt!
Als het iemand van ons zou zijn geweest, dan had je dat niet gekund, Gustav. Maar aangezien het een buitenlander is, kun je dat wel. Omdat hij zich op een natuurlijke manier gedraagt. Sterker nog: omdat hij zich zo natuurlijk gedraagt, gedraag jij je als je woedend wordt ook natuurlijk. Die woede is jouw natuurlijke reactie. Dit dus in de eerste plaats. Ten tweede, als zijn gynaecologische ob- | |
| |
servaties al beledigend zijn voor de waardigheid van de natie, dan toch hooguit voor de helft daarvan. Kijk, zelfs Cecilia reageert niet eens.
Haar kan het niks schelen. Zij heeft vier kinderen. Allemaal met hoge jukbeenderen. Of omdat ze weet dat Petrovitsj de boel overdrijft. Ik bedoel, onderschat.
Hij was wat geïrriteerd geraakt, Basil Modestovitsj.
Klopt dat, Petrovitsj?
Ja.
In elk geval wordt de waardigheid van de natie niet bepaald door de maat van dat dingetje. En in elk geval moeten we ons zorgen maken om de waardigheid van de gehéle natie. Daarom zou ik willen pleiten voor de herinvoering van de vlag en het volkslied van vóór de Grote Verandering ten Goede. Hoe zie jij dat, Petrovitsj?
Wat? Ik? Daar ben ik vóór. Hoewel ik er nooit helemaal achter ben gekomen wat die vlag eigenlijk symboliseerde. Zelfs niet tijdens ondervragingen.
Vooruit, Cecilia, dat is jouw afdeling.
Grijze banen tegen een witte achtergrond. Die symboliseren het klimaat in onze omgeving. Het weer in het algemeen.
Het doet mij denken aan storing op de tv.
Ik had meer de Amerikaanse vlag in gedachten.
Of aan strepen op de rug van een kat.
Kortom, eerherstel voor de Kleur van het Nationale Weer. En het volkslied?
Het volkslied, Basil Modestovitsj, stelde bitter weinig voor. Je kon het zingen op de wijs van ‘Oh my darling Clementine’ of ‘La Cucaracha’. Als ‘Deutschland, Deutschland über alles’.
Tja, daar zal de Chef niet mee weglopen.
Hij zal het niet begrijpen.
Of het verkeerd interpreteren.
Als we dat volkslied van hen nou eens bewerken.
Zo wanhopig zijn we toch ook weer niet?
We hebben nog tien minuten.
Wat dachten jullie van ‘Take Five’ van Brubeck? Cool en energiek.
Die leeft nog, en dat betekent dat we auteursrechten moeten betalen, en dat kan de staatskas niet behappen.
Misschien iets folkloristisch?
‘Tranen van een vissersvrouw’?
Veel te droevig.
‘Waar, o waar is mijn lief’?
Dat begrijpt de Chef niet.
| |
| |
Gaat te duidelijk over Siberië.
Misschien ‘Mijn vaderland, ik zal je niet verlaten’!?
Da's beter.
Beduidend beter.
Muziek en tekst komen voort uit het volk.
Niks ideologisch of zo.
Voor mezelf zing ik dat altijd op de wijs van ‘Petite Fleur’ van Sidney Bechet.
Toe dan, laat 's horen.
Cecilia zingt.
‘Mijn vaderland, ik zal je niet verlaten / Voor geen prijs verlaat ik jou’. Ach, ik ben vandaag niet bij stem.
Niet slecht, niet slecht.
Helemaal niet slecht.
Goed, zullen we dan nu stemmen, heren ministers? (Neuriet.) Mijn vaderland, ik zal je niet verlaten, pom-pom-pom-pom, pom-pom-pom-pom-pom-pom-pom.
We gaan stemmen.
Een historisch moment.
Een belangrijke - pom-pom-pom-pom - gebeurtenis.
Een ommezwaai van 180 graden.
Democratie.
De kool en de geit sparen.
De kool en de geit.
Pom-pom-pom-pom, pom-pom-pom-pom-pom-pom-pom.
Wie vóór is, steekt z'n hand op.
Waarom zouden we nog, het is zo ook wel duidelijk.
Omdat het (knikt in de richting van de beer) wordt vastgelegd. Op video nog wel. Wie weet kijkt de Chef wel live. Alhoewel, hij is op de persconferentie.
Die is misschien al afgelopen.
Bij hem is het voorbij, bij ons gaat het beginnen. Over twee minuten. Nou, wie is er vóór? (Ze stemmen.) Juist: drie vóór. Wie is tegen? (Steekt zijn hand op.) Juist: ik ben tegen. Met een meerderheid van stemmen pom-pom-pom-pom, pom-pom... hè, dat blijft verdorie hangen...
Basil Modestovitsj, u heeft het wel over het volkslied hoor!
Ach, dat is waar ook, sorry... Met een meerderheid van stemmen, zei ik, is de resolutie inzake de overgang naar een democratische regeringsvorm en economische hervormingen pom-pom- | |
| |
pom-hè!... aangenomen. Handtekeningen. (Ondertekent.) Gustav! (Overhandigt het document aan Gustav, die ondertekent.) Petrovitsj! (Overhandigt het document aan Petrovitsj, die ondertekent.) Geef door aan Cecilia. (Petrovitsj geeft het document door aan Cecilia, en ook die ondertekent.) Mathilde! Hé, Mathilde!
Mathilde komt poedelnaakt binnen.
Vertalen in de taal van hier.
Wanneer?
Meteen.
Help, de pers is er.
Die wachten maar even. De lunchpauze is nog niet om.
Maar ze bestormen de deur.
Toch wachten ze maar even. Dit is geen 1917. Vertalen. En wat moet dat voorstellen, die maskerade? Of liever, het omgekeerde.
Dat is vanwege de ommezwaai van 180 graden.
Van 180, Mathilde, jij hebt er 360 van gemaakt.
Dat is om het onomkeerbare ervan te symboliseren, mijnheer de President: dat er na democratie niets meer komt. En dat democratie naturel is.
De pers zal dat beslist op prijs stellen. Een mooi plaatje: zo naast Bruintje Beer. (Hij knoopt zijn stropdas los.) Vertalen graag.
Ik ben al weg. (Verlaat de kamer op een holletje.)
Petrovitsj, zin in een sigaar? Cadeautje van Fidel.
Aaaj... puur natuur, zeg ik je, melk en bloed.
Hier, pak aan. Nou, van melk weten we alles af. Geiger springt op tilt.
Van bloed weten we ook alles af.
Absoluut.
Meer dan genoeg zelfs.
Ik ben alleen benieuwd wat zich van Mathilde nou het meest verheugt over de democratie: d'r bloed of d'r melk?
Allebei evenveel. Gustav, ook een sigaar? Ach, wat zeg ik nou? Je rookt niet. En jou, Cecilia, hoef ik er ook geen een aan te bieden. Maak de meloen maar op.
[Gustav] Ik zou er toch wel eentje willen. Voor de gelegenheid.
Hoezo ‘voor de gelegenheid’? Alsjeblieft.
Nou, 't is toch niet niks, democratie.
Bij Gustav is het uiteraard z'n bloed.
Ik zou om die reden niet gaan beginnen, Gustav. Zeker niet als het je bloed is.
| |
| |
Om wat voor reden zou u wel gaan roken, Basil Modestovitsj?
Om geen enkele reden. Ik ben er, let wel Gustav, ook niet aan begonnen. Diezelfde Fidel ten spijt: mij blijft-ie maar Havanna's sturen en aan de Chef niet meer.
Hij heeft het mooi voor mekaar met dat eiland van hem.
Het enige dat-ie nog met ons deelt, zijn onze oude idealen. En scheren, dat doet-ie zich ook niet (knikt naar de portretten aan de muur).
Basil Modestovitsj, als ze nou 's vragen van wie wij het mandaat hebben? Want zonder parlement, zonder wat dan ook...
Dat zullen ze niet vragen. Zoiets komt niet eens in ze op.
En als ze het toch vragen?
Dan zeg je: de geschiedenis.
Maar ze willen altijd het naadje van de kous weten. Ze drammen zo door.
Nou en?
Er is immers geen parlement en evenmin een grondwet. Alleen een telefoontje.
En dat is nou geschiedenis. De telefoon, Cecilia, is een instrument van de geschiedenis. In elk geval van persoonlijke geschiedenis. Soms van de nationale. In het bijzonder als het wordt vastgelegd. In dat geval kun je de persoonlijke geschiedenis niet van de nationale onderscheiden. Antwoord maar dat de geschiedenis de buik vol heeft van grondwetten.
Des te meer omdat ze allemaal eender zijn.
Ja, en op dit moment is ze meer gecharmeerd van de telefoon.
Om nog maar te zwijgen van e-mail en internet.
Ja, nieuwe vormen. Het is en blijft een overgang van tirannie naar democratie.
Juist ja, dat vereist nieuwe vormen. Roept ze in het leven.
Dus je zegt: de geschiedenis. Of: de revolutie. Voor hen is dat één pot nat.
Dan vragen zij: waar zijn de volksmassa's, de barricaden, en is er niet geschoten?
Dan zeg jij dat we niet in een bioscoop zitten. Dat een revolutie voor het volk altijd als een complete verrassing komt. En dat als ze om bloedvergieten zitten te springen ik best bereid ben het leger op te trommelen om het vuur op ze te openen. Ze hangen me de keel uit!
Ojee!
Schei uit met dat ge-ojee: ze zullen het niet vragen. Ach, Petrovitsj, wil je zo goed zijn om Becher in Japan te bellen. Druk hem op het hart dat hij zich geen zorgen hoeft te maken als hij de kranten
| |
| |
onder ogen krijgt. Ook niet als hij Mathilde naakt ziet afgebeeld. Anders gaat-ie van schrik en de weeromstuit politiek asiel aanvragen en een regering in ballingschap vormen.
Ja, Becher is nog iemand van de oude stempel. Jammer dat-ie er vandaag niet bij was.
Vind ik ook jammer: de hazelhoen was voortreffelijk, om van de saus nog maar te zwijgen.
Tja, en nu maar zien wanneer de volgende lading komt.
Die komt vast wel, alleen voortaan vanuit Duitsland.
Of uit Amerika.
Ik vermoed Duitsland, als onderdeel van de lening.
Met meloenen is het misschien wel helemaal gebeurd.
Welnee, Gustav, maak je geen zorgen. Dat zal de Chef nooit toestaan.
Ja, 't is hoe dan ook een symbolische plant.
Groente, bedoel je.
Maakt niet uit. Waar het om gaat is dat-ie van buiten groen is en van binnen rood.
Ja, de kleur van hoop en hartstocht.
Om van vergoten bloed nog maar te zwijgen.
Wat is het verschil?
Alleen maar dat je, vóór je ze aansnijdt, niet weet of ze rijp zijn of niet.
Ja. En nog een verschil: de pitten.
Het zou wat, pitten! Pitten kun je altijd uitspugen.
Zeker weten.
Zeg, Petrovitsj, wat heb je liever: het verleden of de toekomst?
Ik zou het niet weten, Basil Modestovitsj, niet over nagedacht. Vroeger zou ik gezegd hebben: de toekomst. En nu, denk ik, het verleden. Per slot van rekening ben ik van Binnenlandse Zaken.
En jij, Gustav?
Dat varieert. Nu eens de toekomst, dan weer het verleden.
Het heden dus. Jou, Cecilia, vraag ik het niet eens. Bij jou is het allemaal zo klaar als een klontje. Honderd procent hoop en hartstocht.
Een vrouw, Basil Modestovitsj, heeft altijd belangstelling voor de toekomst. Dat komt door mijn moederinstinct.
Je maakt het veul te ingewikkeld, Cecilia. Wat heeft dat ‘moeder’ ermee te maken? Het is domweg je instinct.
Wat kunt u toch bot zijn, Petrovitsj!
Als ik bot ben, dan komt het doordat ik op m'n ouwe dag geen zin heb om Duits te leren. Of Engels. Heb ik het bij het rechte end, Basil Modestitsj?
| |
| |
Zeker weten.
En jijzelf, Basil Modestitsj, als jij moest kiezen?
Ik zou het niet goed weten, Petrovitsj. Ik denk toch het verleden. Door de bank genomen is dat... Nemen we koffie toe?
Vertaling: Zina Bal-Petsjerskaja en Peter Zeeman |
|