De Gids. Jaargang 163(2000)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 469] [p. 469] Philip Ingelse Caravela Elk zeil waait voorbij het schip waar het zachtste vlees moest gesneden van de tanden uit huiver voor een dorst tot aan het zout der zee. Zij hebben zo ver zij konden hun lippen gevuld, hun ogen fijner getrokken, en een fabelachtige nieuwheid gebracht aan mijn mond. Het schip laten zij aan de zee, niet de perfectie van de touwen: behendig knopen zij kruisen in een revérence en bestendigen het want in het stenen stiksel der kloosters: zij bouwen voor het oog van de naald. Het zilveren zeil in mijn hand vliegt zo ver buiten het schip dat ik uitschiet en honger naar bankroet. [pagina 470] [p. 470] De wet van babel Dom als ik ben, wordt het tijd dat ik weer eens niet begrijp, al mijn uitleg afgestraft; een losse toon hebben ze gevonden, een afscheidstong, met het recht op reizen in percussie, elk woord van mijn sokkel weggerukt en omgekeerd, mijn mond afgestroopt, mijn keel tegengesteld, innigste buiten, vlies om eelt, oog om tand. Wel, de dag dat ik meedraai en dood op mijn weg, opgevangen en liefgehad. [pagina 471] [p. 471] Kinderspel Veroordeel vooral bij gevolg begenadig vonnis de naaste passant nu je stuit op hevig ik dat tolt en richt over straat en geef je hand op zijn mond weerzin je duim op zijn keel meelij en elk gebaar gratie want de hele straat krioelt van mij en als ik klein was joeg ik de zon door mijn veters sprong ik tegen de zee aan en legde die neer en als ik groot was leefde ik nog lang deed uitspraak en had gratie beurtelings juicht de rechter [pagina 472] [p. 472] Profiel Waar die wonderen doen schuwt hij de gruw van humor en de eigen tijd, voert liever verst naar diepst in zich - de aangever van vreemde tongen, gestrenge clown - hij prijst illustere woorden, onderwijst deuren: zij openen zich voor een dame, onderwijst stilte: zij ontdoet zich van het mechaniek muziek, dwingt af de genoegens van geheugen, mengt intimiteit in verstand, drijft de eeuwen in gevoel, hij telt zich na, hij legt zijn hoofd niet neer ter ruste, beter niet: in slaap wurgen hem de zachte gangen, hij preekt uit het diep en donker, en schreeuwt a en o en z, slaat in op elke blanco blik. Vang zijn hoofd op strijk langs zijn wenkbrauw. Vorige Volgende