Suïcitaat
‘Liefste,
Ik ben er zeker van dat ik opnieuw gek aan het worden ben. Ik voel dat we niet nog een keer zo'n vreselijke tijd aankunnen. En ik zal deze keer ook niet meer beter worden. Ik begin stemmen te horen, en ik kan me niet meer concentreren. Dus doe ik wat mij het beste lijkt om te doen. Alles wat iemand op welke manier ook maar kon betekenen, ben jij voor mij geweest. Ik denk dat er geen twee mensen gelukkiger waren, totdat deze vreselijke ziekte opkwam. Ik kan niet langer vechten. Ik weet dat ik je leven verpest, dat je zonder mij zou kunnen werken. En ik weet dat je dat ook zult doen. Kijk maar, ik kan dit niet eens behoorlijk meer schrijven. Ik kan niet lezen. Wat ik wil zeggen is dat ik jou alle geluk van mijn leven dank. Alles heb je geduldig van mij aanvaard en je bent ongelooflijk goed voor me geweest. Dat wil ik zeggen - iedereen weet het. Als iemand mij had kunnen redden, dan was jij het. Alles is me ontvallen, behalve het zekere besef van jouw goedheid. Ik kan jouw leven niet blijven bederven.
Ik geloof niet dat twee mensen gelukkiger kunnen zijn geweest dan wij.’
Afscheidsbrief van Virginia Woolf (1882-1941) aan haar echtgenoot, geschreven op de dag dat zij zich, met een steen in haar jaszak, in een rivier verdronk. (Vertaling: Maarten Asscher)