Dat is inderdaad jammer, maar waar het mij om gaat is het opbergingsprincipe, dat ongewijzigd is gebleven. Het waardestelsel dat tot uitdrukking komt in de keurige reeksen naar school en geboortejaar en meester wordt hier - in Garricks verzameling zowel als in de catalogus van Schneevoogt - op z'n kop gezet. De onderliggende gedachte is dat de opgenomen drukken geen autonome kunstwerken zijn maar ‘reproductieprenten’, waarvan de waarde bepaald en beperkt wordt door het feit dat zij composities van Rubens overbrengen. Hierdoor hinkt de catalogus op twee gedachten. Het bindende principe blijft ons ontglippen. De Catalogue des estampes gravés d'après P.P. Rubens hoort als een prentencatalogus te fungeren, maar in dat opzicht vertoont hij ernstige tekortkomingen. Alle vormen van grafiek lopen door elkaar, van houtsneden tot litho's en zelfs foto's, zonder zelfs een aanzet tot een adequate omschrijving. Van de afmetingen, een essentieel gegeven voor het vaststellen van de identiteit van een prent, zegt de auteur ontwapenend: ‘Ongelukkigerwijs wordt de waarde van deze opgaven enigszins verminderd door een omstandigheid die pas later opgemerkt is, namelijk dat ik van veel prenten de maten opnam mét rand, zonder deze bijzonderheid altijd genoteerd te hebben.’ Omdat Schneevoogt altijd één oog op het origineel van Rubens richt, ook als hij het origineel niet kent, of als het model voor een bepaalde prent helemaal niet van Rubens is, kijkt hij scheel en brengt hij zijn lezer in verwarring.
De opvolgers van Schneevoogt bij Teylers Museum hadden dit probleem door. In 1892, vijftien jaar na zijn dood, schreven zij een prijsvraag uit voor de afdeling Teken- en Schilderkunde op het onderwerp: ‘Verbetering van den catalogus der prenten naar schilderijen en teekeningen van P.P. Rubens, samengesteld door C.G. Voorhelm Schneevoogt.’ Waarop, zoals gebruikelijk bij prijsvragen van Teylers Museum, geen inzendingen ontvangen werden.
Dat betreur ik maar ik ben er tegelijkertijd ook blij om. De tekortkomingen in het werk van Schneevoogt weerspiegelen namelijk de tekortkomingen, misschien in volkomener vorm dan strikt nodig was, van het geestesleven in het algemeen. Deze beginnen al bij de bron zelf. Het werk van Schneevoogt stoelt veel te onkritisch op een boek van een voorganger, de Catalogue des estampes gravées d'après P.P. Rubens (1767) van de Parijse kunsthandelaar en graveur Pierre François Basan (1723-1797), dat op zijn beurt in verregaande mate gebaseerd is op de Catalogue des estampes d'après Rubens (1751) van Basans vakgenoot Robert Hecquet (1693-1775). Elke opvolger nam complete onderdelen over van zijn voorganger, fouten