Philip Mechanicus
Twee dienstboden op een brug bij avond
Is het vroeg in het voorjaar of laat in de herfst? Ook al is het nergens aangegeven en is er geen plaveisel of huis te zien, toch weet ik dat ze over de Papiermolensluis lopen. Die haaks staat op de Lekkeresluis. Waar je 's avonds haring en wafels kunt krijgen. Het schijnsel van de kramen glanst op hun gezicht. Is het voorjaar, dan zijn ze op pad om gerookte Zuiderzeeaal te kopen, maar als het herfst is gaat het om een paar dozijn Zeeuwse oesters. Hard gewerkt, de hele dag geen ogenblik voor zichzelf. In elke kamer van het hoge huis in het oog gehouden door hun mevrouw. Zodra ze even de kans krijgen, zoals hier op de brug, hebben ze het over dat waar ze het altijd over hebben.
George Hendrik Breitner vond het niet belangrijk waarover ze praatten. Als het maar mooi was voor zijn schilderij. Breitner vond het, zonder te weten waarover het ging, even belangrijk als zijzelf. Het is noch het een, noch het ander. Ze lopen bij avond over een brug, twee dienstboden.
Het schilderij geeft plezier. Op twee manieren. Je kunt de kleine opwinding van de afbeelding, de glasheldere verstandhouding tussen de twee meisjes die op hun jonge gezichten een spannend moment delen, gemakkelijk scheiden van het genoegen dat je beleeft aan een verticaal doek vol trefzekere verfspatten. Je ziet het ritme waarmee ze op het linnen zijn gedrukt. Het schilderen kan nooit lang hebben geduurd. Dat heeft te maken met het tempo waarmee de meisjes over de brug liepen. Het schilderij is een foto in olieverf.
Waarom die brug? Vergis je niet in een brug. Vooral niet in Amsterdam. Op een brug komen vele sensaties samen. Je benen moeten meer kracht zetten en je wordt in een ander perspectief gebracht. Overdag is een brug een uitkijktoren. Ontdaan van elke omheining zoals de gevelrijen en bomen in straten en op grachten. Een brug is voor korte tijd vrijheid. Het licht en ook de akoestiek is anders, het zicht reikt verder.
Breitner hult alles, ook zijn brug, in het donker. Niets vrijheid,