van dit onbekende verschijnsel door een soort huiver bevangen werden. Voorzichtig troonden zij dit misschien wel goddelijke ei met zich mee naar de nabijgelegen hoogvlakte, waar het kampement van de Grote Kahn zich bevond.
Op het moment dat de oude Kuyuk Kahn vanaf zijn met kussens overdekte veldbed zich oprichtte om zijn zoon als overwinnaar te begroeten, en hij het kolossale vogelei ontwaarde, ging er een pijnscheut door zijn hart en zeeg hij achterover. Geschrokken snelde zijn zoon toe. De grote Kahn ademde nog, maar het was duidelijk dat het ei een hoger teken was en dat het einde van het leven van Kuyuk Kahn nabij was.
In haast verzamelde het leger zich, stouwde alle oorlogsbuit op de paarden en de olifanten en bracht de honderden gevangengenomen vijandelijke soldaten als slaven aan kettingen bijeen. Zo begaf men zich in een langgerekte legertros op weg terug naar de eigen hoofdstad. In de zadeltent op de grootste olifant, het lievelingsdier van Kuyuk Kahn, bevond zich het enorme ei in een mand gevuld met gevlochten rietstengels. En naast die schommelende mand lag in zijn koninklijke hangbed de uitgeputte Kuyuk Kahn. Het was nu aan allen duidelijk dat de Grote Kahn zijn levensduur had volgemaakt, en zelfs zijn zoon slaagde er niet meer in, wanneer zij rust hielden, een gesprek met hem te voeren, zozeer was de oude Kahn buiten kennis geraakt.
Op de zevende nacht van de thuisreis, toen in het nachtelijk kampement alles stil was, hoorde een van de wachters uit de tent van Kuyuk Kahn plotseling een onderdrukte kreet en voordat hij toe kon snellen werd hij bijna omvergeworpen door een enorme vleugelslag die vlak over zijn hoofd scheerde. De geschrokken wachter alarmeerde de anderen en toen zij bij het licht van hun fakkels de tent van Kuyuk Kahn binnensnelden, ontwaarden zij daar - waar de vorige avond nog het lichaam van hun vorst in doodsstrijd gewikkeld was geweest - een schouwspel dat aan het ongelooflijke grensde.
Het heeft dan ook niet de minste zin als ik hier ga proberen om het zo te beschrijven dat de hedendaagse Nederlandse lezer er toch nog geloof aan zal hechten. Eén blik op het ei van de Aepyornis, al is het maar een replica zoals die in Teylers Museum, is trouwens voldoende om je van dit beest en zijn legendarische krachten een zeer plastische voorstelling te maken.