Medewerkers aan dit nummer
huub beurskens (1950) is redacteur van De Gids. Recente publicaties zijn Suikerpruimen gevolgd door Het lam (twee romans) en Bange natuur en alle andere gedichten tot 1998. Deze zomer verschijnt zijn verhalenbundel Zomer in Montalla.
marcel beyer (1965) debuteerde in 1991 met Das Menschenfleisch. Voor Flughunde ontving hij in 1991 de Ernst-Willner-Preis. Dit boek verscheen in 1997 in een Nederlandse vertaling (Vliegende honden) van W. Hansen.
kees bokweide (1956) is tandarts en kritisch lezer van nieuwe Nederlandse literatuur. Van deze laatste gedrevenheid doet hij regelmatig verslag in De Gids.
graa boomsma (1953) is auteur van onder meer Clio's kamer (roman, 1994), De geest van lavendel (verhalen, 1995), De witte berg (toneel, 1995) en Westerling (libretto, 1995). In voorbereiding zijn: Leeg land (roman) en Adam in Amerika (essays over Amerikaanse literatuur). Verder schrijft hij voor De Groene Amsterdammer over buitenlandse literatuur.
david foster wallace (VS, 1962) debuteerde in 1982 met The Broom of the System. Hij schreef verder Infinite Jest (roman, 1996) en de essaybundel A Supposedly Fun Thing I'll Never Do Again (1997). Het verhaal ‘Meisje met merkwaardig haar’ komt uit de bundel Girl with Curious Hair (1989).
durs grünbein (1962) werd in Dresden geboren en woont sinds 1985 in Berlijn. Bij uitgeverij Suhrkamp verschenen van hem onder meer Schädelbasislektion (gedichten, 1991), Falten und Fallen (gedichten, 1994) en de essaybundel Galilei vermißt Dantes Hölle (1996), waaruit het voor dit nummer vertaalde essay afkomstig is.
w. hansen (1949) was recensent Duitse literatuur voor NRC Handelsblad en de Volkskrant. Hij is vertaler uit het Duits en het Engels, en redacteur bij J.M. Meulenhoff.
rokus hofstede vertaalde eerder van Pierre Michon Meesters en knechten, De hengelaars van Castelnau en Rimbaud de zoon, alle verschenen in de Franse Bibliotheek van Uitgeverij van Oorschot. Hij leeft in het Babelse Brussel, halverwege boven- en benedenstad.
marc kregting (1965) speelt piano en geeft les. Hij schreef onder meer de gedichtenbundel De gezel (1994) en Kopstem/Stopnaald (1997). Hij publiceert regelmatig essays over poëzie in De Gids.
bertie van der meij (1952) studeerde Scandinavische taal- en letterkunde en is freelance vertaalster uit het Zweeds.
pierre michon (1945) publiceerde onder meer Maître et Serviteurs; Vie de Joseph Roulin (1990) en La Grande Beune (1996). Deze boeken verschenen respectievelijk in 1996 en 1997 in een Nederlandse vertaling van Rokus Hofstede onder de titels Meester en knechten - Het leven van Joseph Rolin en De hengelaars van Castelnau. Voor Vies Minuscules (1984), waaruit het voor De Gids vertaalde verhaal afkomstig is, ontving Michon de Prix France-Culture.
göran tunström (Zweden, 1937) publiceert sinds 1958 gedichten, verhalen en romans. Hij is een van de belangrijkste en succesvolste hedendaagse Zweedse auteurs. Voor zijn werk, dat in vele talen vertaald is, ontving hij verschillende literaire prijzen. In het Nederlands verschenen de romans Brief uit de woestijn (1987), De dief (1994) en Huis van muziek (1998). Het hier vertaalde verhaal, uit de bundel Det sanna livet (1991), werd op aanwijzingen van de auteur enigszins bekort.