Charlotte Mutsaers
Leven de levende kerstboom
Schrijvers die speciaal voor kinderen schrijven of voor de rijpere jeugd, ik heb er eigenlijk nooit iets van begrepen. Omdat ik zelf geen kinderen heb? Misschien. Maar ook als ik kinderen van anderen ontmoet, voel ik nooit de behoefte om zoals dat heet af te dalen tot hun niveau. 't Is nergens voor nodig. Zoals ik me ook niet eerst in allerlei bochten hoef te wringen om contact te krijgen met man, hond of paard.
Voor een kunstenaar is het behalve onnodig ook onwenselijk. Hoe zou je enig kunstwerk kunnen produceren zonder de inzet van je hele hebben en houwen, je totale persoon? 't Verklaart denk ik waarom de meeste kinderboeken niet behoren tot het domein van de literatuur. Dat geeft niet en het wil zeker niet zeggen dat er geen prachtige kinderboeken bestaan - ik heb er ettelijke verslonden - maar kunst en doelgroep gaan nu eenmaal niet samen.
‘Ja maar, jij zelf mikt toch ook op een bepaald publiek?’, ik hoor het al mompelen. Het is echter niet waar. Ik ben geen jager. Ik mik nooit. Niet op leeftijd, niet op politieke voorkeuren, niet op geslacht etcetera. Ik zou niet eens weten hoe dat moet. Ik schrijf gewoon zoals ik op dat moment van mijn leven denk en voel. Om vervolgens af te wachten door wie ik begrepen word. Als daar jongeren onder zijn of stokouden, des te beter.
Een kunstschilder hurkt toch ook niet neer om schilderijtjes te maken voor in de wieg?
Een en ander verhindert overigens niet dat er onder de vele kinderboeken ineens iets literairs opduikt. Ik doel natuurlijk niet op zogenaamde kinderboeken waarin om de andere bladzij naar volwassenen wordt geknipoogd zoals Alice in Wonderland of Winnie the Pooh. Ik doel nu op Bart Moeyaert. Nadat ik hem had ontmoet, ben ik een boek van hem gaan lezen. Toen ik het uit had, vroeg ik me af waarom het een kinderboek was.
Ik ontmoette Bart Moeyaert op een van die overvolle recepties waarop je voornamelijk schrijvers treft. Hij kwam op me af en zei: ‘Mag ik me even voorstellen? Bart Moeyaert. Ik schrijf ook.’ Ik zei: ‘Wel, dan zult u niet de enige zijn hier in huis’, waarna ik meteen allerlei gezochte excuses begon te maken zoals je dat doet tegenover een collega van wie je geen letter gelezen hebt. Maar dat vond hij niet nodig. Lachend zei hij: ‘Ik schrijf kinderboeken en waarom zou u kinderboeken gaan lezen?’ Ja, waarom.
We raakten in gesprek. Daarbij viel me op dat hij veel levendiger en betrokkener praatte dan menig schrijver die de hele dag voor volwassenen in de weer is. Ook bezat hij nog een onrancuneus soort vrolijkheid en zat hij niet in de diplomatie! We hebben gelachen en hij heeft me nieuwsgierig gemaakt.
De volgende morgen liep ik dus meteen naar de boekhandel om een van zijn boeken te kopen. Ik koos voor Blote handen omdat de titel me beviel. Vergelijk hem met Vuile handen van Sartre en merk op dat hij stukken beter is. Blote handen is immers niets uitzonderlijks? Die hebben we allemaal, behalve 's winters buiten.