De Gids. Jaargang 161

[p. 412]

Ernst Jandl
Gedichten

de ware vogel

een lieve merel, vang ze maar
en neem een tere fijne schaar
de pootjes knip je af van haar
die merel vliegt voorgoed voorwaar
ze stijgt en stijgt aan één stuk door
ik verlies haar daardoor uit het oog
mijn wellust houdt het niet meer droog
dat moet de ware vogel zijn
nooit meer landen steeds omhoog

[p. 413]

de groene pest

knorrig gromt het zonnezwijn
de aardbol moet een vuurprooi zijn
en de groene graspest vreet
al wat mens was of zo heet
beul de boom wijst omhoog en zegt vals
knoop je op aan mijn tak en jouw hals
wat licht is draai uit, het daglicht is troep
vol zit je oor met vogeltjespoep

[p. 414]

wenen: heldenplatz

de totale heldenplatz zo ongeveer
snodelde in de met strikjes bestrooide mennekeszee
ook vrouwen waren daarbij, die zich aan kniehoog maskertje
heftig probeerden vast te zuigen, dik van hopen,
en aanzienlijk brulsden.

verkeerd gewogen voorhoofdscheidingonderzwang
van node noordelijk, kefferde
met zijn toenummerende op bloeden vijle stem
wegzeisend de gezammerlijke zelfwassers

schluip!
dubbelde de goddelbok van NaZin tot NaZin
met heuning sprenkele stemstommel.
baltserig gewormel in de mennekeszee
en de wijven kregen het zo pinksterig op de heile heupen
bovental: wanneer een knieleinde ze hertelde.

[p. 415]

in de delicatessenwinkel

een blikje meiwei alstublieft
een beetje heuvelop maar niet te steil
zodat je er nog op zitten kunt.

nou ja, dan een sneeuwhelling misschien, diepvries
zonder wintersporters, met een sparrenboompje. mooi wat sneeuw
erop mag wel.

ook niet. dan had ik nog graag - ik zie dat u daar hazen hebt hangen.
twee drie stuks is wel genoeg. en een jager natuurlijk.
waar hebt u de jagers hangen?

[p. 416]

liggen, bij jou

ik lig bij jou. je armen
houden me vast. je armen
houden meer vast dan ik ben.
je armen houden vast wat ik ben
als ik bij jou lig en
jouw armen mij vasthouden.

[p. 417]

aan god

dat lang geleden hij in god geloofd heeft
voorwaar dat zou hij niet kunnen zeggen
gewoon geweest was hij er, god
en toen niet meer geweest, god
en intussen helemaal niks er geweest
maar nu ploeteren zou hij moeten
als nu in god hij wilde geloven
instaan voor hem zou niemand kunnen
maar misschien op zekere dag
zou gewoon god er weer zijn
en helemaal niks er intussen geweest zijn

[p. 418]

nieuwtjes uit de grote wijde wereld

laten we borden kopen

laten we borden kopen

dat de oude romeinen
zich in bad
de polsen doorsneden

dat de overwonnen veldheer zich
in zijn zwaard stortte
en dat moeder riep: ‘ik maak me van kant!’
ruziënd met vader

maar daarna alleen maar
een stapel borden
op de keukenvloer
kapotsmeet

dat waren nieuwe dingen
uit de grote wijde wereld
voor de kleine jongen

[p. 419]

records

toen ik klein was
wilde ik zo groot zijn
als mijn vader
1 meter 64
was zijn record

toen ik volwassen was
als mijn vader
was mijn record
1 meter 72

1 meter 70 ben ik
volgens mijn pas
van de 6e februari 1991

tot 6 februari 2001
is hij geldig
het jaar van mijn volgende
record

[p. 420]

voorhoofd

bloedzuigerzalf smeer ik
op mijn gehavende voorhoofd
die er altijd nog in slaagt
mijn brein te beschermen
tegen de vijanden van buiten,
maar niet tegen de vijanden
die in mij zijn.

[p. 421]

de tafel

in memoriam jürgen spohn

de grote A ligt op tafel
het mes ligt rechts
de vork ligt links
de la is dicht
de tafel heeft vier poten
als ik op dit plaatje sta
dan lig ik in de la

Vertaling: Wiel Kusters