men, dat je niet met kerst bezig bent met: die is cognitief een stukje sterker en die timmert goed. En dat je dan gaat zeggen: laten we dat clubje maar bij elkaar houden en dat clubje. Dat is differentiatie binnen klassenverband.
Als je echt de beroepskeuze wil uitstellen, heeft dat organisatorische consequenties voor de school. Je moet leerlingen heel goed begeleiden. Je moet je lesmateriaal aanpassen, wat betekent dat docenten vaak hun eigen lesmateriaal maken. Het lesboek is een moordenaar in het onderwijs, want dat differentieert al vanaf de allereerste minuut. En dan worden de heterogene groepen door de bezuinigen opeens veel groter. Ik heb meegemaakt dat je eerst van 20 naar 22 ging, naar 24, naar 26. Dat zijn allemaal kleine stapjes, maar het loopt natuurlijk toch op. Probeer op een gegeven moment nog maar goede individuele begeleiding te geven.’
WV: ‘De belangrijkste zorg voor brede scholengemeenschappen met vwo tot vbo - dat is het oude lbo - is voldoende leerlingen binnen te krijgen met havo- en vwo-advies. Dat was vroeger met de middenschool al een punt, en dat is het nu bij de brede scholengemeenschappen. Veel ouders doen hun kinderen liever op een kleinere, gespecialiseerde school. Intellectuele ouders kiezen steeds meer voor het eigen milieu.
Ik ken een school in Amsterdam die sterk is veranderd. Dat was eerst een witte school, werd toen een gemengde school, werd zwarter en zwarter, toen bleven de kinderen van intellectuele zwarte ouders weg en nu blijven zelfs de Turkse kinderen weg en zitten er alleen Marokkaanse kinderen. Die school heeft op een gegeven moment bewust gekozen: oké, we worden een multiculturele school. Dat willen wij uitdragen, daar willen we voor staan. En ze zien onder hun handen de kinderen uit de betere zwarte milieus naar andere scholen reizen.’
SS: ‘Het is een angstreactie op grond van het vorige decennium. Omdat bij grote werkloosheid en verdringing op de arbeidsmarkt je een zo hoog mogelijk diploma moet hebben.’
WV: ‘Als ouders bewuster kiezen voor een school, en dat doen ze denk ik steeds meer, dan speelt bij die keuze het culturele klimaat waarin ze willen dat het kind terechtkomt een sterke rol. Dan kiezen veel ouders helaas niet voor een cultureel klimaat dat is gebaseerd op ideeën over sociaal leren en communicatie tussen allerlei groepen. Ze kiezen veel eerder voor ons kent ons.’
Wat zijn de grootste problemen waar de scholen nu mee kampen? Afgezien van de bezuinigingen?
YvK: ‘De tegenstelling tussen profilering en controle. Aan de ene kant wil de overheid greep houden op het onderwijs en aan de andere kant zeggen ze: profileer je maar, concurreer maar met elkaar. De school moet over presentatie na gaan denken. Wat ik daarbij een probleem vind worden, is dat er een grote discrepantie begint te ontstaan binnen de school zelf. Dat is een vergelijkbare discrepantie als tussen beleid en autonomie van de school. Het is: de beleidsmakers in de school worden managers, terwijl de mensen in de klas hoe langer hoe meer op zichzelf terug worden geworpen en alleen nog geconfronteerd worden met: dat kost zoveel, dit is nog mogelijk, dat is niet meer mogelijk, tot en met het betalen van de ziekteuren toe. De top komt bij wijze van spreken al niet meer in de school.’
WV: ‘In interviews die we pas hebben gehouden met docenten, leerlingen en ouders over de pedagogische taak van de school, zeiden met name de docenten: er is de laatste paar jaren zo'n enorme taakverzwaring gekomen dat we gewoon geen tijd hebben om tijd in individuele leerlingen te steken. Althans veel te weinig. Dat willen we wel, maar we komen er niet aan toe. Voor een deel is dat waarschijnlijk zo omdat er elke week zo'n driehonderd leerlingen aan ze voorbijgaan. Scholen zijn zo massaal, zo groot en je moet zo prestatiegericht bezig zijn. Ze zeiden ook: natuurlijk moeten wij een voorbeeldfunctie hebben voor leerlingen in goed gedrag, respect, aandacht voor