Achterland tot het statische uit Erts; van schoudersnokkende, huppelende bewegingen tot zelfs hier en daar echt acrobatische elementen en vreemde, gebogen houdingen. Spiegeldansen verwijzen naar Mozart en Bach, tijdens een naar de Poppea-enscenering terugwijzende slaapscène wordt een gedicht van e.e. cummings gereciteerd. ‘nothing which we are to perceive in this world equals the power of your intense fragility.’ Dans en woord worden uiterst sensueel gebracht door een schaars geklede cast in kostuums die zowel naar voorbije eeuwen, naar vroegere Rosas-ensceneringen (zoals Ottone, Ottone, waar ze gedragen werden) als naar camp verwijzen.
De grote choreografische lijnen zijn spiraalvormig. Ze roepen het beeld op van blaadjes aan een stengel, van de bewegingen van planeten, van warme lucht. ‘De spiraal kan altijd,’ zo schrijft Marianne van Kerkhoven in het programmaboek, ‘vanuit twee tegengestelde richtingen beschreven worden.’ En zo eindigt ook het stuk na bijna twee uur opnieuw bij het gedicht van Quevedo, dat door de volledige, frontaal op stoelen gezeten bezetting in vele talen (want elk in de eigen taal) door elkaar wordt gebracht. Vele toeschouwers zijn tegen die tijd overvoerd. Want wie kan altijd even aandachtig blijven kijken naar die wirwar van scènes die zich zonder noemenswaardige rustpunten of grote spanningsbogen naar het einde toe werkt? De Keersmaeker weigert in den brede uit te werken, negeert in zekere zin de dans: een opgezette structuur wordt zeer snel weer afgebroken, de ene danser moet bijna meteen voor de andere plaats ruimen - om later weer op te duiken, variërend. Versplintering is troef en de muziek van Thierry de Mey, die gelijktijdig en interactief met de choreografie tot stand kwam, gaat daar voluit in mee.
De kijker hoeft daarbij niet gefrustreerd achter te blijven. De Keersmaeker toont zich hier immers als een kunstenaar die echt creatief en zelfstandig blijft: nukkig en schijnbaar onberekend en onberekenbaar, - omdat wij ogen te kort komen om te kunnen zien wat zich voor ons afspeelt. Je ziet telkens iets anders, maar weet nooit wat je gezien hebt. Omdat we moeten zoeken naar een structuur, naar redenen om te blijven kijken, omdat we deze voorstelling niet zomaar voorgeschoteld krijgen, maar haar integendeel zélf in ons moeten doen ontstaan. Het is wat het is, te nemen of te laten - en aan reacties te horen is dit dan ook het soort werk waarmee zij een deel van haar publiek (waaronder het meer klassiek ingestelde van de Muntschouwburg) alweer de boom in krijgt. ‘Zie hoe die daar loopt! Die dansen niet! Weer een vent in zijn onderbroek. Wat zegt dat meisje daar? Ik versta het niet. Wat gebeurt er nu?’ Van een zich veilig nestelen in knusse structuren kan hier geen sprake zijn.
Zulke dingen heb je nu eenmaal als kunst écht over de wereld gaat. Die laat zich niet vatten als een glad uitgebalanceerd geheel, maar is integendeel een woekering, een nooit te vertellen, exploderend verhaal. Iets dat nooit eindigt, zoals ook in de natuur de dood nooit het einde kan zijn - het leven gaat door, zo vertelt Quevedo, in welke vorm dan ook. Intellectuele relevantie? (Een vraag die de laatste jaren, in deze onbehaaglijke tijden, ook met betrekking tot de dans weer vaker opduikt) Dat zal dit dan wel zijn, denk ik. Zoals ik denk dat de dans nooit intellectueel relevant kán zijn, noch hoeft te zijn. Want zolang er enkele makers actief zijn in welk veld dan ook (hetzij poëzie, schilderkunst...), zal er relevante kunst bestaan die ons lichamelijk in de wereld zijn telkens weer herdefinieert - en de rest kan interessant zijn, en zelfs bevallig mooi, maar uiteindelijk onbelangrijk. Zo komt het dat ik van Mozart Concertaria's tot mijn spijt nooit echt hebben kunnen houden, de ondertitel ‘un moto di gioia’, een flits van vreugde, ten spijt. Maar vandaag is voor mij Amor constante - en ik moet daarbij heel erg denken aan een ander vers uit Diep in Amerika van Dirk van Bastelaere - van een heel andere orde: het is een flits van wanorde, ‘wanorde die de wereld bepaalt’. Het is dié flits die je heel even, zeer compact laat zien hoe de dingen zich tot elkaar verhouden, zodat het je duizelt en je