Medewerkers aan dit nummer
juan josé arreola (Mexico, 1918) schreef, net als zijn generatie- en streekgenoot Juan Rulfo, een klein maar legendarisch oeuvre. Vanwege zijn concentratie op het korte verhaal, zijn kosmopolitische thematiek, zijn precieze stijl, zijn ironie en zijn fascinatie voor het fantastische en het absurde is Arreola vaak met Borges vergeleken, maar Arreola is minder intellectualistisch dan Borges en schuwt de sociale satire niet. Hij noemt als zijn grote voorbeelden Quevedo en Kafka. ‘De vogelspin’ komt uit Confabulario, zijn bekendste bundel.
ad beenackers (1944) is psycholoog en publiceerde op zijn vakgebied in het Maandblad Geestelijke volksgezondheid en in het Tijdschrift voor Psychiatrie.
anneke brassinga (1948) Vertaalde werk van onder meer Nabokov en Forster. Publiceerde de dichtbundels Aurora (1987), Landgoed (1989) en Thule (1991). In 1993 debuteerde zij als proza-auteur met Hartsvanger.
maarten van delden (1958) is Assistant Professor Spaans en Vergelijkende Literatuurwetenschap aan de New York University.
remco ekkers (1941) publiceerde drie dichtbundels: Een faun bij de grens (1986), De vrouw van zwaarden (1989) en Het gras vergeten (1991). Een vierde, Tempel en mes, wacht op uitgave.
stefan hertmans (1951) publiceerde essays, proza en gedichten; recent de poëziebundel Muziek voor de overtocht. Begin dit jaar verscheen van hem bij Meulenhoff de roman Naar Merelbeke.
ulrich meister, zie de inleiding van de vertaler.
k. michel (1958) publiceerde de dichtbundel Ja, naakt als de stenen (1989) en Tingeling & Totus (verhalen, 1992). Vertaalde van Octavio Paz Het vuur van iedere dag (gedichten, 1992). K. Michel is redacteur van Raster.
juan carlos onetti (Uruguay, 1909-1994). Behoort met onder anderen Jorge Luis Borges en Ernesto Sábato tot de eerste generatie auteurs van de nueva novela. Schepper van het grijze, troosteloze labyrint der eenzaamheid Santa María, waarvoor Montevideo en Buenos Aires model stonden. Vertalingen: De werf, Laat de wind maar spreken en De put en andere verhalen. ‘Het varkentje’ is een van de korte verhalen die Onetti in de laatste jaren van zijn leven schreef.
tonnus oosterhoff (1953) publiceerde in 1993 de poeziebundel De ingeland en in 1994 de roman Het dikke hart.
horacio quiroga (Uruguay, 1878-1937). Aartsvader van het Spaans-Amerikaanse korte verhaal. Van grote invloed op onder meer Julio Cortázar. De titel van de bundel waaruit ‘Het veren kussen’ afkomstig is, bevat zijn thematiek in een notedop: Cuentos de amor de locura y de muerte (Verhalen van liefde waanzin en dood, 1917). In mei 1995 verschijnt een vertaalde bloemlezing van zijn verhalen.
j.l.j. van schoot (1941) is werkzaam als filosoof en is lid van een universitaire werkgroep aan de kun op het gebied van filosofie, religie en natuurwetenschap.
maarten steenmeijer (1954), lid van de redactieraad van De Gids, is verbonden aan de vakgroep Spaans-Italiaans van de universiteit van Nijmegen. Hij schreef onder meer Spaanse literatuur van de twintigste eeuw (1989) en Spanje is anders (1992). Tot zijn vertalingen behoort La Regenta van Clarin (1992).
mario vargas llosa (1936). Latijnsamerikaans schrijver. Vorig jaar verscheen in Nederland zijn autobiografie De vis in het water. Dit voorjaar publiceert Meulenhoff de roman De geesten van de Andes, in een vertaling van Mieke Westra.
g. vertogen (1940) is hoogleraar theoretische natuurkunde aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen.
peter yvon de vries (1952), graficus en tuinman, schrijft over kunst in HP/De tijd en publiceerde in het voorjaar de essaybundel Oesters en orakels.