Juan Carlos Onetti
Het varkentje
De vrouw was altijd in het zwart gekleed en sleepte glimlachend met haar reumatiek van de slaapkamer naar de woonkamer. Meer vertrekken waren er niet, maar wel een raam dat uitzag op een kleine, grauwe tuin. Ze keek op het horloge dat op haar borst hing en bedacht dat het nog meer dan een uur duurde voordat de kinderen zouden komen. Ze waren niet van haar. Soms waren het er twee, soms drie die van de vervallen huizen vandaan kwamen, voorbij het pleintje, via de houten brug over de sloot die nu droog stond maar waar het water tijdens de winterstormen doorheen raasde.
Ook al gingen de jongens nu naar school, toch zagen ze altijd kans om tijdens de luie, rustige siësta-uurtjes uit hun huizen of uit de klaslokalen te ontsnappen. Allemaal, alle twee of drie; ze waren smerig, hongerig en heel verschillend van uiterlijk. Maar het lukte de oude vrouw altijd om in hen een of ander trekje te herkennen van de kleinzoon die ze had verloren; nu eens was het bij Juan dat ze zijn oogopslag of de openhartigheid van zijn blik en zijn glimlach ontdekte, dan weer bij Emilio of Guido. Maar er ging geen middag voorbij zonder dat zij een uitdrukking of een gebaar van haar kleinzoon had gereproduceerd.
Ze liep op haar gemak naar de keuken om de drie kommen koffie met melk en de met kweepeergelei gevulde pannekoeken klaar te maken.
Die middag lieten de jongens het belletje bij het hek niet rinkelen, maar klopten met hun knokkels op de ruit van de voordeur. De oude vrouw hoorde het eerst niet, maar het geklop hield hardnekkig aan, zonder in kracht toe te nemen. Eindelijk, omdat ze naar de woonkamer was gegaan om de tafel in orde te maken, hoorde de oude vrouw het lawaai en ontwaarde ze de drie silhouetten die de treden waren opgeklommen.
Toen ze rond de tafel zaten, met hun wangen bol van de zoete lekkernij, zeiden de kinderen weer de gebruikelijke onzin, beschuldigden elkaar van afgangen en verraad. De oude vrouw begreep hen niet, maar keek met een onbeweeglijke glimlach toe hoe ze aten; voor die middag besloot ze, na hen lang geobserveerd te hebben om zich niet te vergis-