Ulysses, veelal gebaseerd op de niet langer onder copyright vallende eerste editie. Het resultaat: de Gabler-editie is nu één uit een reeks van teksten. In plaats van de unieke, transcendente, feilloze tekst te zijn, moet de ‘corrected text’ genoegen nemen met een nummer in de rij.
Het is een typisch Joyceaanse ironie, die niet alleen de auteur zelf genoegen gedaan zou hebben, omdat deze in en door zijn schrijven noties als ‘definitief’ en ‘standaard’ voor altijd van de illusie van ontologische verankering ontdeed. Voor degenen onder ons die de door de Joyce Estate verzonnen strategie om hun inkomsten ook na het vervallen van het copyright veilig te stellen met gemengde gevoelens hebben aangezien, geeft de situatie ook aanleiding om eens te meer te constateren dat wie te veel wil het lid op de neus krijgt.
De vertaling die vandaag voor ons ligt, kondigt zich aan als een ‘verbeterde versie’ in twee opzichten. Hij zou correcter zijn dan de vertaling van John Vandenbergh, en gebaseerd op de ‘corrected’ text. Toen ik bijna tien jaar geleden door De Bezige Bij werd benaderd om de Vandenbergh-vertaling te schonen en te corrigeren, werd mij te verstaan gegeven dat de uitgeverij zich contractueel had verplicht aan de Joyce Estate om bij het verschijnen van de ‘corrected text’ ook een nieuwe editie of versie van de vertaling te produceren. Zo gaf de uitgeverij zelf al vrij vroeg na het verschijnen van de tekst van Vandenbergh aan dat deze niet als definitief was bedoeld. Toen bleek dat niemand bereid was of zichzelf in staat achtte de Vandenbergh-vertaling aan te passen, heeft de Bezige Bij besloten tot een nieuwe vertaling. Als mijn suggestie juist is, is het produkt dat voor ons ligt niet alleen het resultaat van zorg om de kwaliteit van het Nederlands waarin we Ulysses lezen, maar evenzeer of allereerst een commerciële strategie die de stroom van inkomsten moet continueren.
We zagen dat de publikatie van de Gablereditie leidde tot de devaluatie van het begrip authorized version. Hoe zit dat met deze nieuwe vertaling? Met het getal twee beginnen we een reeks. Wat let ieder van ons zijn of haar eigen vertaling uit te geven gebaseerd op een vrijgekomen versie van Ulysses? Joyces verhaal over de relatie tussen Bloom en Molly waarschuwt ons tegen de illusie de enige of uiteindelijke te willen zijn, ‘whereas he is always the last term of a preceding series even if the first’ term of a succeeding one, each imagining himself to be first, last, only and alone whereas he is neither first nor last nor only nor alone in a series originating in and repeated to infinity.’ Kortom, nu zoals een Fransman schreef over Joyce ‘le texte n'existe pas’, verwordt ook een vertaling van Ulysses van een ‘authorized version’ tot een arbitraire en tijdelijke proeve onderhavig aan modes, vernieuwingsdrang, een element in de cirkelgang van het laat-kapitalistische systeem, zoals Joyce zelf dit al noemde een ‘litter’ (afval) in plaats van een ‘letter’.
Er is nog een paradox die mijn aandacht vraagt. De Bezige Bij verkoos twee Vlamingen voor deze nieuwe Ulysses. In een recent interview in Vrij Nederland werd hun de vraag gesteld of ‘Vlamingen eigenlijk wel naar het Nederlands’ vertalen kunnen, waarop zij stellen de tekst in standaard-Nederlands te hebben vertaald, behoudens Hiberno-Engelse uitdrukkingen die een Vlaams equivalent gekregen hadden. Anderzijds beweren zij: ‘De hele tekst van Ulysses [heeft] een Anglo-Iers tintje [...] Joyce was nu eenmaal geen Engelsman, maar een Ier, die dingen schrijft die een Engelsman nooit uit zijn pen zou krijgen. Wij hebben er in het begin aan gedacht om onze vertaling op dezelfde wijze een Vlaams tintje te geven, maar het effect bleek “overdone”. Daarom hebben we gekozen voor standaard-Nederlands. We zijn er ons wel van bewust dat we als Zuidnederlanders in de standaardtaal andere termen kiezen dan een Amsterdammer, zodat onze vertaling uiteindelijk toch evenveel vervreemdende effecten vertoont als Ulysses zelf’ [vn 5 nov. 1994, 86-87]. De taalkwestie leidt kennelijk toch tot tegenstrijdigheden. Enerzijds wordt door Nys en Claes beweerd dat Joyce ‘courant Engels’ schrijft, anderzijds zou Ulysses een Iers tintje hebben.