De Gids. Jaargang 154(1991)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 895] [p. 895] Ton Naaijkens Vijf gedichten Uit de boeken Had ik, jonger, wild van liefde zonder letters luider moeten zijn (het vocht zat in mijn oog, mijn hart dronk duizend tongen) - luister, ik was nog eens een vrouw van willekeur - in mijn haar de leegteroos, een teken van kleur, een stem van begeren, de hele staat van zijn. Zo ik later stil van dood zonder beelden ben geweest, wil ik, mens van ongeremde godlust, zijn in deze vorm. [pagina 896] [p. 896] Benno's voortand splinterde bij een val - een stilleven dat zijn tweede zomer vastzet in, lijkt het: een veld van keien. Ik sloeg er ooit, ouder, een stuk op een fles, maar ik was zo zonder val, gronden, harde steen. Het lag mij meer aan de komst van vreemd bloed dan aan een gladde lege orde. Voor hem leg ik zeil over de keien, verwarm ze, maak er een tempel van waar de splinter bewaard, geëerd, mijn tong wordt gesmoord. [pagina 897] [p. 897] Utrecht, drift De gracht is een dier met meer ogen dan de kat na haar derde dood. Wie er woont kijkt in de stilte, de zwarte spiegel met het paarse paneel waar de trilboom dreef, de dobbelstenenworp - zo je het zien wilt ligt er een meisje ruggelings los in de als in strandzand getrokken lijnen. [pagina 898] [p. 898] Nederlands lijf Daar was het: warm vocht, taal ten dode, de overkoepeling zonder sluitsteen. Het heelal hebben, gebogen staan en tenen raken met de toppen. Wel ook: zelf zijn, als zout en water, sijpelend en zuil of het gecontoureerde veenlijk dat kijkt in de vitrine. Of dan de borsten boven me, de boog die definitie is, de cirkel rond. [pagina 899] [p. 899] Naam, nee Op de beddeplank dus zo zeker geboren mij wat ontredder je je, en: wat verliet ik u. Neem de naam Gebirtig. Als ik hem zeg te wonen op een lege plek (erachter niets, ervoor weinig), dan stribbelt het, duwen we aan weerszij tegen de deur. Terwijl: vanachter Karpaten naar de steden west hier ondergaat zijn woord zijn weg die ander leven grondig anders spiegelt. Daarlangs, langs die meridiaan, bezie ik de stottermaraton van tijd, geweld en taal. Vorige Volgende